Overeen 2004 11

Talenten aanwenden Omdat bij Doopsgezinden de doop plaats- vindt op volwassen leeftijd, nadat men zelf zijn eigen belijdenis heeft geschreven, wordt van de leden verwacht dat ze daadwerkelijk en actief hun godgegeven talenten gebruiken om het Konink- rijk Gods op deze aarde en in deze tijd gestalte te geven, handelend vanuit een geweldloosheidsprin- cipe. God is een vergeven- de, verzoenende God en Jezus heeft ons de weg van het toekeren van de andere wang voorgehou- den. Jezelf niet door geweld verdedigen, maar de ander een open hand toesteken, verandert de dynamiek en opent soms een weg waar dit niet voor mogelijk werd gehouden. Voorbeelden zijn buurtbemiddeling projec- ten, ‘peer mediation’ op scholen (bemidde- ling voor en door leerlingen), interreligieuze eetgroepen en interculturele activiteiten, zoals het gezamenlijk maken van een buurtkookboek. Daarnaast: het steunen van werkers in andere landen zoals onder Pales- tijnen en Papoea’s en het organiseren van uitwisselingsprojecten, ervaringsprojecten en werkprojecten. Óók in conflictgebieden. Het leven vanuit respect voor de naaste, waarheid zeggen waar het nodig is en hulp verlenen waar het wenselijk is, zijn de pijlers van het Nederlandse Doperdom. Werken voor vrede en gerechtigheid wordt daarin gezien als vanzelfsprekend. Annelies Klinefelter en Jaap de Graaff Stafwerkers Doopsgezinde Broederschap “Vrede moet je leren, vrede moet je doen” Overeen, nr. 11, oktober 2004 4 en verzoeningswerk, missionair werk en diaconaat integraal bij elkaar horen en wezenskenmerken zijn van een christelijke gemeente. Onze drie instellingen Doopsge- zinde Vredesgroep, Bijzondere Noden en Doopsgezinde Zending streven daarom naar een groeiende mate van samenwer- king om plaatselijke gemeenten te onder- steunen in hun werk. We hebben inloophuis activiteiten (een proefpolder voor gastvrij gemeente zijn en een hedendaagse vorm van zending), noodhulp (het diaconaal werk van Bijzonde- re Noden, dat goederen inzamelt en ver- stuurt) en ondersteunen vluchtelingen, desnoods in eigen kerkgebouwen. Daar- naast promoten we Mediation (conflictbe- middeling). Als vredeswerk bij uitstek is dit een manier om aan de ‘wereld’ te laten zien waar we voor staan. De activiteiten zijn, net als de open gastvrije gemeente, toeganke- lijk voor al Gods kinderen. Het vredeswerk van Doopsgezinden in Nederland Dienstweigeren is bij Doopsgezinden altijd een geaccepteerde uiting van werken aan vrede geweest. Al vele jaren wordt er ge- traind in geweldloos handelen. Zo waren er in de jaren dertig kampen op Texel om jonge mannen te trainen in het dienstweigeren. Hoe krijg je voor jezelf duidelijk wat je motivatie is, wat kun je verwachten in de gevangenis, wie past er op je vrouw en kinderen? Al deze zaken werden besproken en men vond steun bij elkaar. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een commissie waar dienstweigeraars voor moesten verschijnen. Ook toen waren er kampen op Texel en de vrouwen kwamen mee. God in de ander In het kader van het ‘Decade to Overcome Violence’ van de Wereldraad van Kerken en het ‘Decennium voor een cultuur van vrede en geweldloosheid voor de kinderen van deze wereld’ van de Verenigde Naties (beide van 2001 tot 2010) voeren twee Doopsge- zinde instellingen sinds enkele jaren een lobby naar de Nederlandse overheid. Het doel is deze aan te zetten om in haar beleid geweldloosheid te bevorderen. Zo zouden bij zogenaamde ‘vredesmissies’ in conflict- gebieden meer burgervredewerkers ingezet kunnen worden naast of in plaats van militairen. Naast de betrokkenheid op militaire vraag- stukken stelt men zich keer op keer de vraag: hoe sta je als christen in deze wereld, hoe treed je de ander tegemoet? Vanuit een sterk vermoeden dat God zich laat vinden in de ontmoeting met onze naaste, is het belangrijk om te oefenen in dit zoeken van God in de ander. Dat is een sterke drijfveer in het geweldloos handelen. Het is, vanuit bijbels perspectief, zoeken naar wegen om de ander tegemoet te treden. Dit gaat niet zonder ernstig, heftig debat. Het betekent niet toegeven en laat maar waaien. Het is vaak diepgaand en tijdrovend. Samen zoeken naar wat ons bindt en over de verschillen praten, bidden, huilen en lachen, gaat niet van de ene op de andere dag. Daarvoor moeten vaardigheden worden getraind in bijbelstudie, vredesconferenties en gesprekskringen over maatschappelijk relevante zaken, zoals het vluchtelingen- vraagstuk en de daklozenproblematiek. Daarnaast kennen we het inoefenen van technieken van conflictbemiddeling. Het oefenen van al deze vaardigheden noemen we praktisch christendom. Daarnaast is er natuurlijk ook de praktische uitwerking. Integrale vredesaanpak Binnen de Doopsgezinde Broederschap in Nederland is de visie gegroeid, dat vredes- Het vredeswerk van Doopsgezinden kan worden omschreven met het motto ‘vrede moet je leren, vrede moet je doen’. Het betekent zoiets als de handen uit de mouwen steken; praktisch christendom. Door de eeuwen heen is dit werken aan vrede een van de pijlers geweest van de Doopsgezinden. Doopsgezinden lopen mee in een landelijke demonstraties tegen oorlogsgeweld. Tussen 1998 en 2003 vond de eerste officiële dialoogronde plaats van de Katholieke Kerk en de Mennonitische Wereldconferentie. Het aantal mennonieten bedraagt wereldwijd ongeveer 1 miljoen. Ter vergelijking: het aantal rooms-katholieken wordt geschat op ca. 1 miljard. Doel van de dialoog was om na 450 jaar van scheiding een basis te leggen voor verdere oecumenische contacten. De eerste stappen daartoe zijn de kennismaking met elkaar, het bevorderen van een beter begrip van elkaars opvattingen over het christelijk geloof en het werken aan het overwinnen van vooroordelen. Het document bestaat uit drie delen. Het eerste deel is gewijd aan de opdracht om gezamenlijk tot een herlezing van de geschiedenis te komen. De Katholieke Kerk zag in de doperse beweging een radicalisering van de Reformatie. De doperse beweging was vanaf het begin kritisch over de geschiedenis van het rijkschristendom sinds Constantijn en de verstrengeling van staat en religie in de Middeleeuwen. Het tweede deel gaat over de theologie. Hierin worden verschillende opvattingen met elkaar vergeleken. Katholieken en mennonieten verschillen sterk van elkaar in hun opvatting over Kerk en sacramenten. Op het terrein van de inzet voor vrede is de convergentie veel groter. Het derde deel opent een perspectief op de verzoening van de herinneringen. Daarvoor is nodig een uitzuivering van de herinneringen, het overwinnen van vooroordelen en een geesteshouding van berouw en omkeer. Het eindrapport van de commissie werd gepubliceerd in de ‘Information Service’ van de Pauselijke Raad voor de Eenheid onder de titel ‘Samen geroepen om vredestichters te zijn’. ‘Samen geroepen om vredestichters te zijn’

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=