Overeen 2004 10

7 Overeen, nr. 10, april 2004 Travaille is misschien wel de ‘aanstichter’ van het project. “Ik ben van huis uit gere- formeerd. Vanaf 1977, het moment dat ik in deze oecumenische gemeenschap kwam, heb ik meegedaan in de vieringen, maar op zeker moment merkte ik dat er helemaal geen aandacht aan Hervor- mingsdag werd besteed. Toen heb ik de stoute schoenen aangetrokken en ben daar over begonnen.” Als hij vroeg wie de mensen waren geweest die wel werden gevierd, wist men daar in veel gevallen weinig over te vertellen. Getuigen Een zestal mensen uit de gemeenschap ging daarom op zoek naar achtergronden. “En toen dacht ik, als we dan heiligen vieren, dan zijn er in mijn traditie ook nog wel een paar ‘heiligen’.” Zoals de hervor- mers, die later inderdaad een plekje op de kalender kregen. “Als protestanten hebben we het vieren van de heiligen vroeger weliswaar zelf aan de kant gezet, maar we zijn er genuan- ceerder over gaan denken.” Het is nog steeds niet de bedoeling om mensen te aanbidden: “Maar we kunnen wel de mensen gedenken die ons gelovig zijn voorgegaan. We spreken in de kalender dan ook graag van ‘getuigen’, verwijzend naar het oude woord ‘martyr’; mensen die met hun leven getuigen van de weg van Jezus.” Travaille ziet een groeiende belangstelling: “Er is een grote behoefte om ménsen te vieren en om naar mensen te kijken die de wereld overeind houden; mensen die de hoop levend houden, aan wie we ons op kunnen trekken.” De bekende namen, zoals die van de apostelen, staan nog steeds op de kalen- der en ook stichters van ordes en congre- gaties waar de gemeenschap zich mee verwant voelt, hebben een plekje gekre- gen. De kalender doet inmiddels dienst in de huishoudens van de gemeenschap. Een groot exemplaar, met de meest uitge- breide informatie en gebeden, ligt in de kapel in Bergeijk. Het vieren van de getui- gen heeft volgens Travaille door de getui- genkalender aan inhoud gewonnen. Pasen Het gedenken van de mensen die je voorgingen, is gegrond op de brief aan de Hebreeën: “Houdt uw voorgangers in gedachtenis” (Hebr. 13,7). Het gedenken wordt langs de lijn van het kerkelijk jaar allereerst geordend rond en gericht op het centrale feest: Pasen. “De weg achter de Messias aan is géén weg ten dode, maar een weg ten léven”, lezen we in de kalen- der. Het leven en sterven van de getuigen is in zekere zin een herhaling van Goede Vrijdag: “Dat wil zeggen dat hun sterven in het teken van Pasen staat. Wanneer wij hen gedenken, stellen we ons, samen met hen, onder het teken van Jezus’ opstan- ding. Rond de getuigen is het altijd Pasen. Daar kunnen we leren dat het zin heeft de strijd die zij gevoerd hebben in onze dagen voort te zetten, ook al lijkt het erop dat alles onder onze handen afbreekt.” Mensen van God De samenstellers probeerden een goede verdeling te maken van mannen en vrou- wen. Travaille: “Er zijn niet veel vrouwen heilig verklaard, maar wij kunnen niet geloven dat vrouwen minder van Christus hebben getuigd dan mannen.” Er vond een stuk positieve discriminatie plaats. Bij gelijke geschiktheid ging de voorkeur uit naar een vrouw. Een van de getuigen die opvalt op de kalender is Nkosi Johnson. Hij werd gebo- ren in Zuid-Afrika met het aids-virus. Zijn moeder overleed en Nkosi werd opgevoed door mevr. Johnson. Hij stierf op 1 juni 2001 toen hij twaalf jaar oud was. De getuigenkalender vertelt dat hij daarvoor op een internationale conferentie over aids in Durban een indrukwekkend getuigenis gaf: “Iemand met aids is een mens, een gewoon mens, kijk maar naar mij”. Travail- le: “Zijn verhaal was veel in het nieuws toen we de kalender maakten. Twaalf jaar is erg jong om te sterven, maar deze jongen was helemaal geworden, zoals hij was bedoeld. Hij was echt een kind van God. Daarom hebben we hem op de kalender gezet.” Nieuwe namen Het uitgangspunt voor de gedenkdatum van de getuigen is hun sterfdag. Volgens de bijbelse traditie is de sterfdag immers de geboortedag. De getuigenkalender verschilt hierin niet van de heiligenkalender. Maar bij de mensen die worden gevierd, zien we veel nieuwe namen. Zoals die van Johan Sebastan Bach (28 juli). Volgens de kalender is zijn werk één grote vertolking van de bijbelse bood- schap. Ook Mahatma Gandhi (30 januari) wordt genoemd en Maarten Luther. De kalender: “De Messiaanse beweging blijkt over de grenzen van officiële kalenders en bepaalde kerken heen te stromen.” Verzoenen van geschiedenis Het oecumenisch vieren van de getuigen kan volgens Travaille helpen om de ge- schiedenissen te verzoenen: “Als ik Luther gedenk met een katholiek, leer ik anders naar hem kijken. Als we de mensen die ons voorgingen samen vieren, kunnen ze één geschiedenis gaan vormen. Kijk naar je eigen verhaal en dat van anderen en probeer dat te begrijpen. Er zijn heel verkeerde dingen gebeurd. Dat Luther uit de Rooms-katholieke Kerk is gezet bijvoor- beeld. Hij wou dat niet.” De kalender wil de geschiedenissen ver- zoenen. Bij 31 oktober (we gedenken de hervormers) lezen we: “Hoewel de refor- matie heeft geleid tot een uiteenvallen van de Catholica, begint er – sinds Vaticanum II – toch een beweging van toenadering op gang te komen. Wij hebben leren inzien, dat we ons niet langer moeten richten op het verleden, toen we leefden van elkaars tekorten, maar op de toekomst, elkaar verrijkend met het beste van onze tradities, om dat als een gezamenlijke erfenis binnen te dragen in de ene kerk van Christus.” Daphne van Roosendaal De getuigenkalender kost € 7,50 (excl. verzendkosten van € 2,00) en kan worden besteld bij De Hooge Berkt: T 0497 551720, E bergeijk@hoogeberkt.nl, Hooge Berkt 16, 5571 TH Bergeijk. De eerste honderd bestellers ontvangen er een gratis verjaardagskalender bij. Oecumenische ‘Getuigenkalender’ In 2002 maakte de oecumenische gemeenschap De Hooge Berkt een ‘getuigenka- lender’, een eigentijdse variant van de katholieke heiligenkalender. Recent ver- scheen de tweede druk. Sybe Travaille, een van samenstellers: “Er is een grote behoefte om ménsen te vieren die de wereld overeind houden.” Afbeelding uit de oecumenische getuigenka- lender van de gemeenschap De Hooge Berkt. De gemeenschap Hooge Berkt telt ongeveer 150 leden; gehuwd en ongehuwd, priesters, religieuzen en leken tussen 0 en 80 jaar. De leden van de Hooge Berkt wonen in de vestigingsplaats Bergeijk, in Thorn, Eindhoven en elders in Nederland en Vlaanderen. De gemeenschap ont- stond in 1967, na het Tweede Vati- caans Concilie. Door het samenleven geeft de gemeenschap vorm aan een hartelijke kerk waar plaats is voor iedereen. “Zo ‘doen’ we oecumene” (www.hoogeberkt.nl ).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=