Jaargang 68 Nummer 5

Pokrof 9 schrift zijn terug te vinden in het handschrift Liège, Bibliothèque l’Université, Ms. 257, een elfde-eeuws kopie van Hieronymus’ In Danielem geschreven in de Sint-Truidenabdij. Aldaar zijn enkele aanpassingen gemaakt in de kantlijn om het onderscheid te maken tussen hoofd- en kleine letters (zie afbeelding 2.1-2.3). Vermoedelijk is er enige verwarring ontstaan voor enkele lezers, doordat de scribent van de hoofdtekst zowel hoofd- en kleine letters combineerde. In dit geval dienen de annotaties ter correctie. Contextualisatie. Catalogi Een andere belangrijke bron waarin sporen van de Griekse schrijvers terug te vinden zijn, zijn middeleeuwse boekenlijsten, ofwel catalogi. Hoewel deze lijsten in vele verschillende ordeningssystemen kennen, ontbreken de geschriften van de Griekse schrijvers niet. De vroegmiddeleeuwse ordeningssystemen kenmerken zich door een onderscheid tussen de schrijvers die beschouwd worden als een pater of doctor van de kerk. Een onderscheid dat ontleend is aan de verhandeling Commonitorium van Vincent van Lérins, die stelt dat een pater van de kerk de volgende vier karakteristieken moet bevatten: i) antiquitas (‘behoudend van de antieke traditie’; ii) orthodoxia (‘orthodox’); iii) approbatio ecclesiastica (‘geschriften geaccepteerd door de eigentijdse kerk’); en iv) sanctitas vita (‘heilig geleefd’). Een doctor van de kerk bevat meestal twee of drie kenmerken. De geschriften van de Griekse schrijvers zijn daarbij meestal geclassificeerd als zogeheten ‘minores’ schrijvers in het ordenen van titels in middeleeuwse bibliotheken. Een goed voorbeeld hiervan is de catalogus uit 831 van de abdij van Saint-Riquier in Noord-Frankrijk. Zoals menig middeleeuwse boekenlijst vangt deze lijst aan met de Bijbelse geschriften, gevolgd door de titels van Hiëronymus en Augustinus, twee van de vier grote westerse kerkvaders. Vervolgens zijn de titels genoteerd van Griekse schrijvers als Origenes en Chrysostomus onder de rubriek diversorum (‘diverse’). Tegelijkertijd zijn er ook boekenlijsten waar de geschriften van de oosterse kerkvaders onder dezelfde rubriek zijn geordend als de westerse kerkvaders, zoals de boekenlijsten van de Reichenau abdij uit 822 en St. Gallen abdij uit de negende eeuw. Conclusie Dat de kerken in het Oosten en Westen niet altijd met elkaar door een deur konden, heeft gelukkig niet geleid tot een desinteresse in de Griekse taal, schrift en geschriften. Hoewel dit artikel slechts een bescheiden aantal voorbeelden toelicht, laten de vertalingen, leeshulpen, annotaties en catalogi die interesse van de westelijke kloostergemeenschappen in de Griekse cultuur zien. Door goed speuren naar het Grieks schrift en Griekse geschriften zullen er hopelijk meer exemplaren bekend worden. Deze nieuwe exemplaren zouden het mogelijk moeten maken om naast de bestaande patronen andere patronen te ontrafelen. Nick Pouls Nick Pouls Elfde-eeuwse kopie…Afbeelding 2.3, Liège, Bibliothèque l’Université, Ms. 257, ff. 1v-2r, s. XI, Sint-Truiden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=