Jaargang 67 Nummer 2

Pokrof 5 dacht aan een universeel christendom, en vond een scheiding tussen oosters en westers christendom eigenlijk niet nodig. De here- niging tussen de kerken moet niet van bovenaf geregeld worden, maar moet voortkomen vanuit de gelovigen zelf. Voor de Rooms- katholieke Kerk had hij wel waardering, en hij was een aanhanger van de paus. Zonder evenwel zelf katholiek te worden. Bekering Ivanov nam die stap wel. In 1924 vestigde hij zich in Italië, waar hij Oudrussisch doceerde, en bekeerde zich in 1926 tot het katholicisme. Hij ging in zoverre met Solovjov mee dat hij het niet nodig vond de Russische orhodoxie eerst te verwerpen. Bij de Vaticaanse Congregatie van de Oosterse Kerken vroeg hij toestemming lid te worden van de Rooms-katholieke Kerk, met behoud van de Byzantijnse ritus. Na een gesprek met het Heilig Officie werd hem toestemming verleend. In een brief aan de Curie beriep hij zich op de ideeën van Solovjov en op de tot Petrus gerichte woorden: “Weid mijn lammeren”, “hoed mijn schapen” (Joh. 21: 15-16), en : “Gij zijt Petrus en op deze steen- rots zal Ik mijn Kerk bouwen.” (Matth. 16: 18), en dat de twee tradi- ties elkaar aanvullen en beide be- langrijk zijn voor het voortbestaan van de Kerk. Binnen de kringen van de Congregatie wist men weinig van Solovjov, maar het Nihil Obstat werd verleend. In de kelders van het Va- ticaan, bij de tombe van Petrus, ging hij tot de Katholieke Kerk over. Het gezin woonde in Rome, en Ivanovs zoon Dimitri ging naar een katholieke school. Beïnvloed door Schotse en Ierse medeleerlingen wilde hij zijn vader navolgen en ook katholiek worden. Ivanov vond dat zijn zoon eerst maar een goede orthodox moest worden. Toen de 15- jarige jongen een keer ernstig ziek werd, kreeg hij alsnog toestemming. Er is een brief van Ivanov aan zijn zoon, waarin hij begint met te stellen dat de katholieken en de orthodoxen verkeerde meningen over elkaar hebben. En legt dan zijn uitgangspunt uit: Christus heeft Petrus als hoofd van de Kerk aangesteld, en alle bisschoppen zijn de erf- genamen van zijn gezag. Dit is duizend jaar door alle christenen in Oost en West aanvaard. Hoewel er in de Griekse wereld wel bezwaren waren, en aanzetten tot scheuring, meestal met politieke oogmerken. Rusland, dat in die tijd christelijk werd, stond hier eigenlijk buiten. De Russen hadden weinig benul van Europa en waren met andere dingen bezig, maar werden toch in het schisma betrokken. De schismaticus gaat in tegen de waarheid, maar een volk dat er weinig van afweet kun je er niet de schuld van geven. Een fraai motto zien we nog in de dichtregels: “Aan beide zijden van de stroom zullen de vijanden in elkander hun dubbelganger erken- nen.” Dolf Bruinsma Tekening van Vjatsjeslav Ivanov (Foto: WikimediaCommons).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=