Jaargang 67 Nummer 2

Pokrof 1 6 diverse talen. Dat betekent dat mensen anders en kritischer luisteren naar een preek, die tij- dens een viering gehouden wordt. Niet elke priester heeft de gave om goed te kunnen pre- ken, zoals bijvoorbeeld Aleksandr Schmemann dat had, “die door zijn preken contact maakte met de mensen.” Niet iedereen heeft het vermo- gen te begrijpen in welke omstandigheden de mensen verkeren, tot wie hij zijn preek richt. Op welk moment kun je het beste preken? Het is een belangrijke vraag op welk moment in de liturgie je de preek het beste kunt houden. Het meest logische is het om het te doen na de lezing van het Evangelie. Maar dan onderbreekt de preek het ritme van de viering en is het voor de mensen moeilijk het daarna weer op te pak- ken. Wanneer het goed is, worden de mensen al enthousiast van het horen van het Evangelie. Net als tijdens de Liturgie van de gelovigen moet er ook tijdens de Liturgie van het Woord een “epiclese” gebeuren, (een neerdaling van de Geest, PB). Het is het moment van ontmoe- ting met Christus zelf. Wij horen het levende Woord, dat ons vervult en verlicht. De preek moet deze geestelijke en emotionele gebeurte- nis volgen, die de mens verenigt met het leven- deWoord van God. Een liturgie dient om verhe- ven te worden. Maar in plaats van verheven te worden, werpen de preek en de dringende voor- bede die daarop volgt, waarbij vaak een hele lijst namen luid voorgelezen wordt, je weer terug op aarde met haar problemen, die met het Evangelie vaak weinig te maken hebben. Vaak houdt men de preek helemaal op het eind van de viering, wanneer de priester met het altaar- kruis achter de iconostase vandaan komt en op de ambon gaat staan. Maar dan hebben de men- sen er al een lange viering op zitten. Het is lawaaierig, de kinderen zijn onrustig en hebben zin om naar buiten te rennen. Soms leest men een preek voor tijdens de pries- tercommunie, bijvoorbeeld wanneer er een bis- schoppelijke liturgie plaatsvindt. De preek wordt dan helaas een manier om de tijd te doden en krijgt voor de priester de status van een onbelangrijke toevoeging. Op al deze momenten komt een preek dus ongelegen en dat is catastrofaal voor de preek. Soms neemt de priester dan ook nog ruim de tijd voor zijn preek. Mensen kunnen onmogelijk langer dan tien minuten hun aandacht bij zo’n preek hou- den. Want het is geen lezing, die je beluistert, terwijl je comfortabel in een stoel zit. De men- sen worden snel afgeleid en de preek gaat hen vervelen. Ze gaan dan maar even naar buiten om de benen strekken of ze wachten af tot het voorbij is. Wat te doen wanneer er geen inspiratie is? De preek is het enige moment in een liturgie dat van de dienstdoende priester een eigen creatieve en poëtische bijdrage verlangd wordt. Dat is om Vader Aleksej Uminskij (Foto: Radio Vera).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=