Jaargang 66 Nummer 5

Pokrof 5 duivel wordt geregeerd. Ook hield hij zich intens bezig met de Russische taal, wat aan zijn stijl is te merken. Hij had veel belangstelling voor volksverhalen, met name die over Nicolaas, en bewerkte ook Byzantijnse legen- den. Een verzameling van die verhalen is te vinden in Nikola de Barmhartige , in 1986 uitgegeven door Uitgeverij Vrij Geestesleven in Zeist, tweedehands nog vrij goed te verkrijgen. In zijn boek Het beeld van Nicolaas de Wonderdoener benadrukt Remizov het belang en de bestaansreden van het verhaal. Dat we zo weinig over de Wonderdoener weten doet er eigenlijk niet toe – het gaat om het betekenis- volle beeld dat we van de persoon hebben, en dat wint niet aan betekenis als we nog meer feiten weten. “Historische documenten kunnen geen geestelijk centrum scheppen.” Remizov noemt drie feestdagen van de Heilige: van zijn geboorte, zijn dood, en de overbreng- ing van de relieken naar Bari. In de Russische verhalen komt hij naar voren als een heilige die onder het volk verblijft. Hoewel hij vanaf zijn vijfde jaar geen vlees at en geen wijn dronk, gaat hij niet door voor een asceet, eerder als iemand die bezig is met de sociale noden onder het volk. “De Russische God” werd hij zelfs genoemd. In een van de verhalen krijgt een rijke man een late bezoeker aan de deur. Een zeer arme man, hij ziet eruit als een ontslagen geestelijke. Misschien had men hem verboden als priester te fungeren. Hij komt later dan de andere gasten, en wil dan ook nog voor zijn beurt ontvangen worden. Bovendien maakt hij een niet geheel nuchtere indruk. De rijke man zegt hem naar huis te gaan en zijn roes uit te slapen. “Daarna kunt u hier komen”. De man gaat zwij- gend en gedwee heen. In het vervolg van het verhaal blijkt dat de arme man de heilige Nicolaas is. Het is kenmerkend. In de meeste verhalen in het boek van Remizov is Nicolaas een oude man die niemand kent, een zwerver die onderdak zoekt, die door zijn haveloos voorkomen nog al eens wantrouwen wekt, hoogstens in een hutje woont. Soms wandelt hij met Christus, of is in de hemel om een goed woordje te doen voor de zondaars. Maar meestal is hij onder de mensen, helpt de boeren, zorgt dat de oogst niet mislukt – we herinneren ons de scène met Cassianus bij de hemelpoort. Of het gaat om de icoon. De Nicolaasicoon wordt een paar keer gebruikt als borg voor schulden, een on- eigenlijke wijze van omgang, waarvoor Nicolaas toch weer vergiffenis schenkt. Het gaat vaak over de verschillen tussen de arme sloebers en de rijke zelfzuchtigen. Hij treedt nogal eens als rechter op, meestal met zachtmoedigheid. Sommigen ontlopen hun straf niet. Stenka Razin is enige tijd de held tegen de onderdrukkers van het volk, maar krijgt gaandeweg despotische trekken en begint de mensen te terroriseren. Als het volk tenslotte tegen hem te hoop loopt, zorgt Nicolaas dat hij in de gevangenis komt. En zijn Ded Moroz, Grootvadertje Vorst, ooit als een soort Santa Claus ingevoerd (Foto: Wikipedia/ kremlin.ru )

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=