Jaargang 66 Nummer 5

Pokrof 1 8 gekeken waar het nog een betekenis kan hebben voor gelovigen anno nu. We vin- den dat er als het ware een paradox wordt bezon- gen. De paradox van Jezus als God de Zoon en als aardse mens: “tronend in den hoge” en “besneden als een kind van acht dagen”; “Schepper van de wereld en de Meester van alles” versus in “de gedaante van een slaaf”. De Byzantijnse gezangen zijn doorgaans geïnspireerd door wat de Kerkvaders hebben geschreven. In hun tijd waren er mensen die de spanning van de paradox als het ware niet uithielden; deze legden uitsluitend en alleen nadruk op de goddelijke kant van Jezus, waarbij Hij dan zijn menselijkheid slechts in schijn bezat (docetisme, afkomstig van het Griekse woord ‘dokeô’ voor schijnen). Het herdenken van de Besnijdenis des Heren wordt dan het onderstrepen dat God in Jezus Christus werkelijk ‘vlees is gewor- den’: “op die dag werd Gij besneden in het vlees overeenkomstig de Wet”. Het feit dat een en ander overeenkomstig de Wet gebeurde, laat zien dat Hij als mens zich niet te groot achtte om onderdanig te zijn aan die Wet. Toch plaatst de Byzantijnse traditie deze onderdanigheid in het perspectief van het grote heilsplan dat God voor alle mensen heeft: “De achtste dag, waarop de Meester Christus besneden werd, is een beeld van het leven zonder einde van de komende aeon.” Die komende aeon, zeg maar ‘tijdperk’, slaat op de komst van het Rijk Gods. De achtste dag is de dag van de Verrijzenis, de dag die geen avond kent. De achtste dag is het moment dat Jezus zijn naam ontvangt, die ‘JHWH redt’ betekent: “want Hij is de Redder van de wereld. ” Dit is het weidse perspectief van dit wat ongewone feest: de Besnijdenis des Heren. Leo van Leijsen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=