Jaargang 66 Nummer 3

Pokrof 1 9 In 1917/1918 vond in Moskou een opmerkelijk landelijk concilie van 1917 1918 plaats, waarover in Pokrof 2018/5 is geschre- ven. Wat is er van de besluiten van dat concilie terecht gekomen? P atriarch Tichon (Bellavin), die altijd afstand had geno- men van het communisme, stierf in 1925. Metropoliet Sergi (Stagorodskij) nam in feite de lei- ding van de Russisch-orthodoxe Kerk over. In 1927 gaf hij onder grote druk een solidariteitsverklaring uit met het nieuwe regime. Die verklaring leidde in de Sovjet-Unie zelf en in de Russische emigratie tot grote verdeeldheid. Patriarch Sergi wilde de geestelijkheid in de emigratie daarna dwingen een verklaring te ondertekenen, waarin stond dat er in de Sovjet-Unie geen onderdrukking van godsdienst was. De meerderheid van de ge- lovigen in de diaspora kon niet leven met deze leugenachtige kerkpolitiek. Ze kozen ervoor hun eigenweg gaan. Buitenlandkerk De belangrijkste groep daarbinnen werd de zogeheten Buitenlandkerk, die in 1921 in Karlo- vci in Servië door gevluchte bisschoppen werd opgericht. Ze konden daarbij steunen op de- creet nr. 362 van patriarch Tichon uit 1920, waarin hij verklaarde dat hij niet meer vrij was te handelen en aan de bisschoppen in de emi- gratie de ruimte gaf zich voorlopig zo te organi- seren als ze het zelf het beste vonden. Onder druk van Moskou verloor de Buitenlandkerk haar canonieke status, d.w.z. dat ze niet meer door andere Orthodoxe patriarchaten erkend werd. Het monarchisme kreeg een grote in- vloed in de Buitenlandkerk. Sommige paro- chies bleven binnen het patriarchaat Moskou of keerden daar na de Tweede Wereldoorlog naar terug, toen de Sovjet-Unie weer een mini- mum aan kerkelijk leven toestond. De geschie- denis van de Russisch diaspora is daardoor complex. Je moet daarbij oppassen om mensen en groepen te veroordelen. Men moest heel pijnlijke keuzes maken. Rue Daru De nog door patriarch Tichon benoemde metropoliet van Parijs, Jevlógi (Georgievskij), besloot later zich tijdelijk aan te sluiten bij het patriarchaat van Constantinopel. Daardoor verkreeg zijn bisdom weer een ‘canonieke sta- tus’. Het werd in 1999 het ‘exarchaat van Russische parochies en kloosters in West- Europa’, ook kortweg ‘Rue Daru’ genoemd, naar de straat waarin de Aleksander Nevski- bisschopskerk ligt. Men bracht de besluiten van het landelijk concilie van 1917/1918 in praktijk. Het idee van de ‘sobornostj’ (geza- menlijkheid, conciliariteit) werd uitgangspunt voor de organisatie van het bisdom. Op alle niveaus voerde men overlegstructuren in, waarin kloosteroversten, priesters en leken, afgevaardigd door de parochies, zitting heb- ben. Bijzonder was dat de bisschop voortkwam Honderd jaar na het landelijk concilie van Moskou 1917/1918 Russisch-orthodoxe Sint-Alexander Nevski-kathedraal aan de rue Daru te Parijs (Foto: Wikimedia Commons/Annesov).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=