Jaargang 66 Nummer 1

Pokrof 9 De monnik en de prins De geschiedenis van de Indiase prins Josafat en zijn leermeester, demonnik Barlaäm, wortelt in de verhalen over het leven van SiddhartaGautama Boeddha (450-390 v. Chr.), op grond vanwiens leer het boeddhisme tot stand kwam. De verhalen verschoven naar het christendom, en er kwameen christelijke tekst, populair door de eeuwen heen, en in vele talen vertaald. D e Indiase koning Abennes, die de christenen in zijn rijk vervolgt, laat zijn enige zoon Josafat (we kiezen voor deze spelling; in het Grieks: Ioasaf) verblijven in een luxe paleis, op gepaste afstand van de buitenwereld en zijn weedom. Astrologen voorspelden hem dat de prins afstand zou doen van het koningschap, en mogelijk christen zou worden. Toch krijgt hij gelegenheid zich buiten het paleis te begeven, maar wordt wel vergezeld door hovelingen, muzikanten en toneelspelers, die hem moeten behoeden voor verkeerde indrukken. Desondanks heeft hij zijn ont- moetingen. Eerst met twee mannen, de een verminkt, de ander blind. Je weet nooit wat je in de toekomst kan overkomen, leggen zijn be- geleiders hem uit. De dood is de enige zeker- heid. De prins betreurt de bitterheid van het leven; hoe kun je ooit zonder zorgen zijn? Wie zal zich jou na je dood herinneren? Is er dan eigenlijk niets, of is er nog iets anders? Hierover zou hij gesprekken willen voeren. Zijn leraren zeggen hem dat zijn vader met bepaalde mannen over van alles heeft gesproken, maar dat hij ze heeft vervolgd en gedood. Maar God zorgt dat het verlangen van de prins niet vergeefs blijft, en dan is het tijd dat hij de monnik Barlaäm ontmoet. Bekering van Josafat Een goed deel van het verhaal wordt verder gevuld met gesprekken. Josafat, die als kind al blijk gaf van een heldere geest, uit zijn twijfels en stelt zijn vragen. Barlaäm vertelt en ver- klaart. De personen worden sprekend opge- voerd - bijna alles staat in de directe rede. En de hele christelijke geloofsleer komt aan de orde, niet één keer maar herhaaldelijk, want steeds is er weer een heiden die moet worden overtuigd. Zo komen de belangrijkste gebeurtenissen uit het Oude en Nieuwe Testament aan bod, de uitspraken van profeten en apostelen, de leer van de Drieëenheid en de twee naturen van Christus, de betekenis van het gebed, het probleem van de vrije keuze; begrijpen tegen- over aanvaarden. En zeer op de voorgrond staat het engelachtige leven van demonniken. Intussen maken de koning en zijn gevolg zich ernstige zorgen om de betrekkingen tussen de prins en de monnik. De koning probeert het onheil af te wenden, hij stuurt zijn astrologen op zijn zoon af, met allerlei tegenargumenten, maar een voor een geven ze zich gewonnen aan het nieuwe geloof. Hij laat een aantal monniken Byzantijns miniatuur, episode uit ‘Barlaäm en Josafat’.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=