Jaargang 66 Nummer 1

Pokrof 1 0 de marteldood sterven. Zelfs laat hij Josafat door louter vrouwelijk personeel omringen om hem tot andere gedachten te brengen. Zo wordt de prins van twee kanten belaagd: van buitenaf door de dienaressen, van binnenuit door de inblazingen van de duivel. Opmerkelijk is de ontmoeting met één van hen, een konings- dochter, ooit door de koning Abennes tot krijgsgevangene gemaakt. Zij wil met hem trouwen, voert aan dat ook de Bijbel niet tegen het huwelijk is, dat ook apostelen een vrouw hadden. Ze wil zelfs wel christen worden, als ze maar één nacht met hem kan verkeren. Josafat beroept zich op het idee van een maagdelijke ziel, die alleen Christus is toegewijd. Koning enmonnik Maar geleidelijk komt de koning tot andere gedachten. Hij laat Josafat de helft van zijn rijk volgens christelijke principes besturen - het spreekt vanzelf dat alles in dit deel van het rijk veel beter gaat. En tenslotte zwicht hij voor het christelijke geloof, ziet met berouw terug op zijn verleden en vraagt zich af hoe hij nog gered kan worden. Getroost door de woorden van zijn zoon over de goedheid van God sterft hij tenslotte in vrede. Het rijk moet door Josafat worden geregeerd; dit doet hij – tot heil van zijn onderdanen en van het christelijk geloof. Tenslotte laat hij, zeer tegen de zin van iedereen, de regering aan Barachias, een goed christen en altijd tot grote steun geweest. Vóór die tijd, ergens halverwege het verhaal, had Barlaäm aan Josafat bekend gemaakt dat hij zou vertrekken. Hij maande zijn leerling door te gaan op de ingeslagen weg – een gift wees hij af; bezit kan dodelijk zijn. Josafat kreeg van hem de ruwharen anachoreten- mantel, kostbaarder dan het koninklijk purper, om zich de nederigheid van zijn meester te herinneren, en zich in spirituele rust verre te houden van de ijdelheden van de wereld. Josafat zwerft twee jaar door de woestijn om zijn leermeester terug te vinden. Bij een grot herkent hij zijn vroegere meester, en wel met zijn geestelijk oog – door versterving en ontbe- ringen is het gezicht van Barlaäm onherken- baar zwart geworden. Ze leven nog enkele jaren samen. Na Barlaäms dood vertoeft Josafat nog 25 jaar in de woestijn. Vele zielen heeft hij gered, meldt de biograaf. Als hij is overleden wordt hij gevonden door een heilig man die Josafat de weg naar Barlaäm had gewezen, deze begraaft hem bij Barlaäm. Koning Barachias, die 35 jaar over India zou heersen, zorgt dat de lichamen in een kostbare tombe komen, die veel vereerders trekt en veel volken tot het geloof brengt. Lotgevallen vande tekst Door de hele tekst heen is de afstand tot de wereld radicaal. Alles wat de ijdele, verander- lijke verschijnselen bieden, is lucht, ijdelheid, listen van de Boze om ons van het onveran- derlijke eeuwige af te houden. Josafat bidt tot God dat hij hemmag bevrijden van zijn passies. Overtuigen en bekeren, het lijkt in dit verhaal weinig gecompliceerd. De heidense leermees- ters beweren uiteraard van alles, maar het komt niet tot geleerde discussies. De chris- telijke zegslieden stellen hun getuigenissen tegenover het gepraat, meer dan eens klinkt de volledige geloofsbelijdenis, en dat moet als argumentatie ruim voldoende zijn. Wel worden enige niet-christelijke opvattingen weerlegd. Byzantijns miniatuur, episode uit ‘Barlaäm en Josafat’.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=