Jaargang 66 Nummer 1

Pokrof 4 sigd . Hier zijn het de hoofdpersonen Manolios en de priester Fotis die in de vergeestelijking en transformatie van dematerie vooroplopen. God is de partijganger van de misdeelden en vecht samen met hen tegen de uitbuiters, die van allemateriële gemakken voorzien zijn. God is echter niet almachtig, maar roept de mens ertoe op om zelf verantwoordelijkheid te nemen en zich indien nodig op te offeren. Materie en geest Voor Kazantzakis waren het openbare optre- den van Jezus Christus – vooral de Bergrede resp. Veldrede en de parabels – en zijn lijden en zelfovergave tot de dood erop volgde, spirituele mijlstenen die hem enorm inspireerden. In het voorwoord van De laatste verzoeking beschrijft hij de botsing tussen geest en vlees, tussen de beide tegengestelde stromingen – de duistere en de lichtende krachten –, hun strijd in de menselijke ziel en de overwinning van Christus in zijn eigen strijd. Deze roman laat tevens zien hoe de weg omhoog alleen maar kan slagen als die door de materie heen voert: hemelse roe- ping houdt de volledige aanvaarding van de aardse werkelijkheid in, met zorgen en zwoe- gen, feesten en erotiek en al, maar vervolgens dient men diematerie te overstijgen en de eigen roeping naar boven te volgen. Ook in zijn ro- man De arme man Gods trekt Kazantzakis deze lijn door. Hier is Sint-Franciscus het prototype van de strijdende mens, die de hoogste plicht heeft om de materie die God hem heeft toever- trouwd te transformeren in geest. Franciscus is volgens onze auteur niet alleen een groot dich- ter ( Zonnelied ), maar ook een aanvoerder die vooropgaat in de strijd, die zich ontdoet van al- le materie (ouders, bezit, idolen), de fase van totale armoede en ontlediging bereikt en zo God in staat stelt Zich in hem te verwezenlij- ken. Verder is in Kapitein Michalis: Vrijheid of dood de hoofdpersoon een eenzame held, die voortdurend strijdt voor de vrijheid van Kreta en van zichzelf, als een drieste desperado op de afgrond afstevent en welbewust ten onder gaat. Onverschrokken, een leven leidend in vrijheid en zonder hoop en vrees is ook Zorbas in de ro- man die naar hemgenoemd is. Orthodoxe traditie Kazantzakis groeide op in de liturgische en geestelijke traditie van de Orthodoxe Kerk en werd daarmee doordrenkt. Te noemen vallen hier in het bijzonder de Kretenzische religieu- ze volkscultuur, de taal van de Bijbel, de kloos- ters met hun nadruk op ascese, de liturgische rituelen, de Byzantijnse gezangen en iconen. Kazantzakis kende de Schrift goed en gebruik- te graag bijbelse ‘topoi’, bijvoorbeeld exodus, de Tien Geboden‚ levend water, kruisiging en opstanding, ook al paste hij die aan zijn eigen levensbeschouwing aan. Al spoedig namelijk nam de auteur afstand van de kerk van zijn jeugd en ontkende hij bijvoorbeeld de uniciteit van het heil in Jezus Christus als de ‘eniggebo- ren Zoon van God’, alsmede een verder leven na de dood in het hiernamaals. Voor hem be- stonden hemel en hel niet als bestaanswijzen na de dood, maar waren zij positieve resp. ne- gatieve situaties hier op aarde. Onze schrijver wees het bestaan van een persoonlijke God, die ook buiten de mens bestaat, af; God en dui- vel/demonen vormden voor hem geen catego- rieën buiten de mens, maar bestonden alleen binnen de mens zelf. Kazantzakis zocht en vond dus talloze andere wegen dan de traditio- neel christelijke naar het ‘hoogste wezen’. Des- ondanks bleef hij in veel opzichten geworteld in de orthodoxe spiritualiteit en liturgie; hij pro- beerde daarvan te bewaren en te benutten wat ‘De laatste verzoeking’, Griekse origineel.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=