Jaargang 65 Nummer 5

der dan in het Byzantijnse Grieks en in het Latijn, wordt Maria Yoldat Aloho (Theotokos, God Barende) genoemd. Een weliswaar ver- want feit is het oorspronkelijke gebruik van vrouwelijk beeldspraak om het goddelijke, bijv. de Heilige Geest, ruha d-qudsha , te duiden. Volgens de bekende syrologe Susan Harvey Ashbrook zijn in de loop van de 20 e eeuw vele nieuwe vrouwelijke kloostergemeenschappen in Turkije, Syrië en Irak ontstaan. In de 21 e eeuw ondergaan zowel West-Syrische als Oost- Syrische vrouwenkoren een vernieuwingspro- ces, met ‘versterkte liturgische rollen’, en te- genwoordig worden in de gevestigde gemeen- schappen in Europa jaarlijkse wedstrijden en festiviteiten georganiseerd om vrouwenzang te vieren. Armeense Kerk Vrouwen zijn eeuwenlang betrokken geweest bij de liturgische zang en bij het begeleiden van koren in de kerkelijke vieringen van de Ar- meense Apostolische kerk. Khosrovidukht oftewel Xosroviduxt leefde in de 8 e eeuw en zij is een van de oudste bekende vrouwenmusici; zij heeft een sharakan oftewel een canonieke hymne geschreven, getiteld Zarmanali e ints [Hoe wonderlijk is het], een seculiere muzikale compositie over de bekering van haar broer tot het christendom, die wel door de Armeense kerk als erkende tekst toege- voegd werd aan haar liturgie. Ook Sahakdukht, zus van een bekende Ar- meense muziektheoreticus, Stepanos Syunetsi, die waarschijnlijk in de 8 e eeuw leefde, schreef muziek. Zij bewoonde vermoedelijk een grot in de omgeving van Jerevan en was auteur van veel liturgische hymnen en religieuze gedich- ten, waarvan een, Srbuhi Mariam (Heilige Ma- ria), afkomstig uit een cyclus Maria-hymnen, overgebleven is. De liturgische rol van vrouwen en hun wijding tot diaken, blijven ook tot de dag van vandaag een belangrijk aspect van de Armeense kerkelijke vieringen. Byzantijnse Kerk Zoals vastgelegd in bijvoorbeeld de studies van vader Robert F. Taft en Valerie A. Karras waren in de Byzantijnse wereld vrouwen al vroeg betrokken bij de kerkdiensten; de Hagia So- phia, maar ook andere kerken in het Byzantijn- se Rijk, hadden in de periode tussen de 5 e en de 14 e eeuw een vrouwenkoor. Een van de bekend- ste Byzantijnse componisten van liturgische hymnen is de heilige Kassia uit de 9 e eeuw, die net als andere vrouwen die kerkmuziek schre- ven, zoals Thekla, Martha en Theodosia, een abdis was; haar composities waren bedoeld om gezongen te worden door de vrouwenkoren van de vrouwelijke monastieke gemeenschappen. Vele van de door Kassia geschreven hymnen zijn bewaard gebleven en opgenomen in de Orthodoxe liturgie, en ze zijn daarbij goed te lezen en te interpreteren door moderne musici. Kerkzang of ‘ psalmgezang’ , zoals de Byzantijn- se religieuze muziek door de zangers ( psaltis ) genoemd wordt, blijft een van de belangrijkste liturgische instrumenten om mee te communi- ceren in de Byzantijnse traditie en in de ooster- se kerken. In verschillende kerken Tegenwoordig zijn er vrouwenkoren in ver- schillende kerken, bijvoorbeeld in de Griekse, Russische, Ethiopische, maar ook in de Rus- sisch-orthodoxe Kerk in het Buitenland. Tegelijkertijd zijn er geen algemeen geldige richtlijnen voor de manier waarop vrouwen deze rol kunnen vervullen, en iedere kerk kan zelf bepalen hoe deze praktijk voortgezet kan worden. De Koptisch-orthodoxe kerk heeft er een uitgesproken voorkeur voor om geen vrou- wenkoren te hebben. Dr. Donna Rizk Asdou- rian, een onderzoeker aan het Centrum voor Orthodoxe Christelijke Studies bij de Fordham Universiteit, die opgegroeid is binnen de Kop- tische traditie, maar die zich ook het Armeense religieuze leven eigen heeft gemaakt, onder- zoekt in haar huidige werk de moderne liturgi- sche rol van vrouwen binnen de Oriëntaals- Pokrof 7 Donna Rizk Asdourian.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=