Jaargang 65 Nummer 5

Pokrof 2 0 1 Gasten werden geassocieerd met de goddelijke wereld, in de Grieks-Romeinse gastvrijheid met de goden, in de Joodse met JHWH en in de christelijke ook met God en meer in het bijzonder met Jezus. 2 Er vond een wassing plaats: een heel bad of een voetwassing (denken we aan het Laatste Avondmaal in het Johannesevangelie). 3 Er werd eten aangeboden. 4 Er werd logies geboden. 5 De gast viel onder de bescherming van de gastheer. 6 De verhouding gastheer/gast betrof geen eenrichtingsverkeer: de gast nam verhalen mee uit vreemde gebieden, hij nam deel aan de verering van de goden van de gastheer, hij beloofde de gastheer gastvrijheid te bieden als deze op reis zou zijn et cetera . Verschillen Naast de overeenkomsten waren er belangrijke verschillen. Aan de hand van het karakter van de achtereenvolgende vormen van gastvrijheid worden die hieronder kort uit de doeken ge- daan. Grieks-Romeinse gastvrijheid De Grieks-Romeinse gastvrijheid kende over- vloedige maaltijden. De motieven voor de gast- vrijheid waren ingegeven door vrees en zelf- zucht. Er was immers één primair motief: wederzijdsheid, wederkerigheid. Do ut des in het Latijn, ‘ik geef opdat jij geeft’. Men trad in een cyclus van wederzijdse verplichtingen; aan de eisen daarvan konden alleen leden van de hogere klassen voldoen. Het was een soort van gastvrijheid die je tegenkomt in de boeken van Homerus: een ceremonie die de macht besten- digt van hen die aan de macht zijn, de hoge militaire kaste. Gewone soldaten, burgers, vrouwen en armen vallen buiten die gastvrij- heid. Joodse gastvrijheid De Hebreeuwse gastvrijheid is die zoals we die tegenkomen in het Oude Testament. Die gast- vrijheid moeten we enigszins onderscheiden van de gastvrijheid in de hellenistische joodse wereld van later tijd. Gastvrijheid speelt in het Oude Testament een grote rol. De ontvangst door Abraham van de drie mannen in Genesis 18 is het voorbeeld bij uitstek: Abraham als Zorg dat je een kamer hebt waar Christus naar toe kan komen; zeg: dit is de cel van Christus; dit gebouwtje is er speciaal voor hem. Al is het een kamer in een kelder, en is het een gebrekkige kamer, Hij versmaadt die niet. Christus, naakt en vreemdeling, is op reis; Hij heeft alleen behoefte aan een dak (boven zijn hoofd). Verschaf hem ten minste dat; wees niet onmenselijk en wreed. Wees niet zo serieus in wereldse zaken en zo kil in spirituele. Vertrouw aan de meest trouwe van je dienaren deze taak toe en laat hem de kreupelen, de bede- laars en de daklozen binnenhalen. Johannes Chrysostomus, Preek over de Handelingen van de Apostelen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=