Jaargang 65 Nummer 3

Pokrof 2 0 kiezen voor de barmhartigheid. Het is opmerkelijk dat Christus ons niet alleen oproept barmhartig te zijn, maar ook uitlegt waarom we barmhartig moe- ten zijn. Laten we aandacht schenken aan de woor- den van de Heer: weest barmhartig, zoals ook onze Vader barmhartig is. De hemelse Vader, de basis van ons leven, God, is de bron van de barmhartig- heid. De barmhartigheid is een algemeen geldend gebod. Ze is niet alleen een tijdelijk gevoel dat komt en gaat. De barmhartigheid is een norm, en de haat en de boosheid zijn een ziekte, een afwijzing van die norm. Als de Schepper barmhartig is, dan moet ook de hele schepping barmhartig zijn. Dat is het motief dat het heilig Evangelie ons toont. We moeten ont- houden dat wij kinderen van God zijn en dat wij de Hemelse Vader moeten nabootsen. Sommigen denken dat barmhartigheid zich beperkt tot uiterlijk handelen: iets goeds doen, en dat is het. Nee, barmhartigheid is veel meer dan concrete daden. Naast de uitwendige barmhartigheid is een innerlijke barmhartigheid nodig, de barmhartigheid van het hart. Wanneer we zien dat een mens gezondigd heeft, kunnen we teleurgesteld zijn en zo iemand veroordelen. Maar heilige mensen lijden juist met zo iemand mee en treuren dat hij in zonde vervallen is, als in een soort ongeneeslijke melaats- heid. Wanneer iemand ons beledigt, zijn we teleur- gesteld en koesteren we wrok. Maar Gods heiligen zijn dan niet beledigd. Ze betreuren dat de beledi- ger zich van God heeft verwijderd. Heilige mensen helpen zo iemand met een liefdevol hart dat met veel inspanning tot stand is gekomen. Ze zijn niet vergeten dat alle mensen kinderen van God zijn en dat elk mens een levende goddelijke icoon is. Het is opmerkelijk dat wanneer de diaken, de priester of de bisschop rondgaat om te wieroken, hij niet alleen de iconen bewierookt, maar ook de mensen. Waarom? Omdat elke mens in zich het beeld van God draagt. Wanneer elke mens een levende icoon van God is, moet we ons welwillend tot hem verhouden. De concrete iconen kunnen beschadigd zijn, vuil, en restauratie behoeven. Maar het zien van zo’n gehavende icoon wekt medelijden op. Precies zo is het ook met een levende icoon, met de ziel van een mens, die misschien gehavend en vuil is, maar toch een gevoel van medelijden kan opwekken. In onze omgang met mensen moeten we ons herinneren dat elke mens een levende icoon van God is. Wanneer we zien dat hij gezondigd heeft, moeten we hem niet berispen en vervolgen, maar betreuren dat de icoon van God beschadigd is. Wanneer we in ons hart de boosheid en de haat met wortel en al heb- ben verwijderd, wordt ons hart liefdevol. Laten we daarom bidden. Laten we het gebod van de Heer volgen. En wanneer we werkelijk zijn leerlingen geworden zijn, dan gaan we over naar een andere wereld, waarin we zonder ophouden Christus kun- nen lofprijzen samen met zijn Vader, die geen begin heeft, en met de Heilige Geest. Amen.” Paul Baars Uspenskij-kathe- draal (Maria Ontslapen), Tasjkent, Oezbekistan (Foto: GOL os / Wikimedia Commons).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=