Jaargang 65 Nummer 2

Pokrof 1 4 De vormgeving van kerk en cultuur is in de westerse beschaving diepgaand getekend door een steeds weer teruggrijpen op haar – werkelijke en soms ook vermeende – bronnen. Heeft zo’n zoektocht heden ten dage bijvoorbeeld ook een kans als die naar de Kerkvaders wordt gedaan? I n de vroege middeleeuwen in West-Europa was er onder Karel de Grote (c. 800) al een beweging in de cultuur die zich liet inspire- ren door de Romeins-Griekse beschaving en de benaming ‘karolingische renaissance’ meekreeg. Er was ook de ‘echte’ renaissance op het einde van de middeleeuwen, die op allerlei terreinen, niet in de laatste plaats binnen de schone kun- sten en de wetenschap, een hergeboorte van de klassieke cultuur voorstond. Dat streven betrof ook godsdienstige zaken. Zo is daar het christe- lijk humanisme met zijn hernieuwde aandacht voor de Bijbel en de Kerkvaders; met name de Re- formatie was in belangrijke mate op deze her- nieuwde aandacht geënt. In de voorbije 20 e eeuw waren er – feitelijk nog maar pas – in met name de katholieke wereld de ressourcement (herbron- ning) en de nouvelle théologie (nieuwe theologie). Daarbinnen speelden de Kerkvaders een niet on- belangrijke rol… Kerkvaders én Kerk moeders , want zoals we al in Deel I schreven, hebben ook vrouwen een niet onbelangrijke plaats in de eer- ste eeuwen van het christendom ingenomen, zij het op het vlak van actief schrijven beduidend minder prominent. Tijdsafbakening De Orthodoxe visie die de lijn der Kerkvaders en -moeders doortrekt naar het heden, vind ik zeer aansprekend en zinvol. Toch beperk ik mij hier voor de actuele betekenis van de Kerkvaders voor christenen in het Westen tot de traditionele wésterse afbakening van het patristische tijd- perk: d.w.z. voor het christelijk Oosten tot Jo- hannes van Damascus († 749) en voor het Latijn- se christendom tot Isidorus van Sevilla († 636). Ervaringmet Kerkvaders Wat het lezen van Kerkvaders betreft put ik met name uit mijn eigen ervaring met twee leerhui- zen (Den Bosch, Hernen) rond oosterse christe- lijke teksten – waaronder voor het merendeel die van Kerkvaders –, die ik samen met anderen de laatste twaalf jaar heb (be)geleid, maar ook uit andere leeservaringen door de jaren heen met Kerkvaders. Wat maakt Kerkvaders betekenisvol voor heden- daagsemensen? In de eerste plaats, denk ik, omdat ze eenvoudig- weg waardevolle dingen schreven, die het tot ons nemen alleszins de moeite waard maken. Dit ar- tikel schrijf ik in dezelfde periode dat ik de 8 e jaargang van het Leerhuis Didaskalíon op Kas- teel Hernen afsluit. Ik voel het enthousiasme nog nawerken. We lazen teksten van menig Kerkva- der, oosterse voornamelijk, zoals dit keer Cyril- lus van Jeruzalem, Johannes van Apamea en Origenes, maar ook een enkele westerse, zoals Ambrosius en Augustinus. Dezelfde Kerkvaders die we in Hernen lazen, lazen we tevens al eerder in het Be- t Dra- sha- -Oosters christelijk Leerhuis in Den Bosch in 2016. Voor de deelnemers aan deze leerhuizen is de vraag of het lezen van Kerk- vaders zinvol is, eigenlijk geen vraag. Wij – prote- stanten, orthodoxen, katholieken, niet-christe- Kerkvaders en -moeders III H. Syncletica van Alexandrië (± 270 - ± 350), Egyptische woestijnmoeder, kluizenares wier uitspraken zijn opge- tekend in de ‘Apophthegmata der Vaderen’. Miniatuur in Menologion van Byzantijns keizer Basilius II uit 985 n.C. (Vaticaanse Bibliotheek, Rome).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=