Jaargang 65 Nummer 1

Pokrof 1 9 de (pseudo-)auteurs. Belangrijke Latijnse kerk- vaders voor de Orthodoxe theologie zijn bij- voorbeeld Tertullianus (Drie-eenheidsleer), Cyprianus van Carthago (3 e eeuw, kerkopvat- ting in zijn geschrift ‘ De Eenheid der Kerk ’ e.a.), en paus Gregorius de Grote. Tertullianus is overigens voor de Orthodoxen geen Kerkvader, omdat hij later in zijn leven overging naar de als ketters beschouwde geloofsgemeenschap – ’sekte’ – derMontanisten. St Augustinus is binnen de Orthodoxie een ge- val apart! We zien hem op Byzantijnse fresco’s als o agios Avgoustinos , maar er is ook anti-au- gustinisme in de Orthodoxe theologie. Met na- me in de 20 e en 21 e eeuw is bij voorbeeld ie- mand als de Grieks-orthodoxe godsdienst- filosoof Christos Yannaras (*1935), die zeer kritisch zo niet afwijzend staat ten opzichte van de westerse theologische traditie, hiervan een representant. Een verdediger van Augusti- nus daarentegen vinden we in de twintigste- eeuwse Amerikaanse orthodoxe bekeerling, priestermonnik SeraphimRose. Van de oude Syriërs geldt Efrem de Syriër als een Orthodoxe kerkvader, hoewel hier vooral de Byzantijnse, sterk ascetische werken onder het pseudoniem van Efrem binnen de Orthodoxie ruime verbreiding vonden, en de authentieke werken zelf van de hymnedichter Efrem er bedui- dend minder gerecipieerd werden. Isaak de Syriër uit 8 e eeuw is wederom een ge- val apart: ondanks dat hij hoorde tot de zowel schismatiek als ‘ketters’ be- schouwde Assyrische Apostolische Kerk van het Oosten (vroeger nestoriaans gehe- ten), hebben zijn spirituele werken een dermate grote populariteit gekregen bin- nen de Oosterse Orthodoxie, dat hij als een van haar belangrijkste Kerkvaders wordt beschouwd. Onder de Kerkvaders, we zagen het al, moetenwe ook vrouwen rekenen. Ortho- doxe Kerkmoeders zijn b.v. Macrina de Jongere, de twee Melania’s, Paula; de woestijnmoeders Matrona, Sara, Syncleti- ca en Theodora; de hymnografes Theodo- sia, Thekla, Kassia e.a. en ook een heilige als Sint-Palaiologina et cetera . Op de By- zantijnse hymnografes na die zelf de pen ter hand namen, hebben zij doorgaans niet hoogstpersoonlijk geschreven, maar hebben anderen hun woorden opgeschreven of over hen verhaald. ‘Niet-Kerkvaders’ Het toekennen van het kerkvaderschap is af- hankelijk van de verschillende ‘confessies’ die na de christologische twisten van met name de 5 e en 6 e eeuwwaren ontstaan. Een auteur zoals bijvoorbeeld Severus van Antiochië uit de 6 e eeuw is een ‘ketter’ voor de Oosters-ortho- doxen, maar voor de Oriëntaals-orthodoxen die net als Severus het Concilie van Chalcedon af- wezen, een Kerkvader. Postuum verketterde auteurs, die de weten- schap wél als Kerkvaders beschouwt, maar de Orthodoxie niet, zijn mensen als Origenes (3 e eeuw) en Evagrius van Pontus (4 e eeuw), die op synodes in de 6 e eeuw veroordeeld werden, maar wier leer toch grote invloed is blijven uit- oefenen op deOrthodoxe theologie. Andere voorbeelden zijn Theodorus van Mop- suestia, Ibas van Edessa en Theodoretus van Cyrrhus – allen uit het einde van de 4 e en/of het begin van de 5 e eeuw – die zo’n anderhalve eeuw na hun dood alsnog op het Tweede Conci- lie van Constantinopel in 553 als ketters ver- oordeeldwerden. De Russische heilige Johannes van Kronstadt, een ‘Vader’ van de Orthodoxe Kerk, gestorven begin 20 e eeuw. Icoon 20 e eeuw. (Foto: Wikimedia)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=