Jaargang 65 Nummer 1

Pokrof 1 4 Dat ging lang goed. Maar op een gegeven moment werd de leeuw slordig. Hij viel in slaap en vergat zijn ezel. Er kwam een karavaan met kooplieden langs. Ze zagen een verdwaalde ezel staan en namen hem mee. Toen de leeuw weer wakker was, kon hij zijn ezel nergens meer vinden. Hij begon overal te zoeken en keerde na een dag vol schaamte en verdriet terug naar het klooster. De broeders waren boos, omdat ze dachten dat hij de ezel had opgegeten. Ze wilden hem straffen. Maar omdat ze het lijk van de ezel nergens konden vinden, gaf de heilige hen de opdracht hem niet te straffen. De leeuw mocht in het klooster blijven, moest voedsel krijgen, maar moest wel de taak van de ezel overnemen en voortaan als boetedoening de vrachtjes naar het klooster zelf sjouwen. Dat deed de leeuw heel plichtsgetrouw. Op een dag, jaren later, was de leeuw echter niet meer te houden. Hij ging er vandoor. Dat moest wel een ingeving van de Heilige Geest zijn geweest. Want aangekomen op een hoge heuvel zag hij een karavaan met kooplieden aankomen. En tot zijn onuitsprekelijk vreugde zag hij daarin de ezel die hij was kwijtgeraakt, voorop lopen. Hij rende erop af, joeg de kooplieden weg, rukte de ezel los uit de karavaan en bracht hem terug naar het klooster. De broeders waren zeer verbaasd en verheugd. Ze begrepen nu dat de leeuw de ezel niet had vermoord. Maar ze gingen er nog wel van uit dat de koop- lieden de ezel gestolen hadden en wilden de kamelen en hun kostbare lading daarom in beslag nemen voor het klooster. Aldus geschiedde. Maar Hiëronymus wist wel beter. Hij droeg hun op om alles terug te geven aan de geschrokken kooplieden. De broeders hadden spijt van de verregaande verdachtmakin- gen, die ze eerst tegen de leeuw en vervolgens tegen de kooplieden geuit hadden. Maar de heilige vergaf hen hun fouten. De oude taakverdeling werd hervat en de leeuw en de ezel leefden nog lang en gelukkig in het klooster. Toen de heilige Hiëronymus gestorven was, was de leeuw ontroostbaar. Hij bleef zijn leermeester trouw en verbleef voordurend bij zijn graf, terwijl hij nog maar weinig at en dronk. De broeders kregen hem daar niet meer weg. Tenslotte stierf ook de leeuw en werd naast de heilige begraven. En hun verhaal wordt tot vandaag verteld. De leeuw kreeg een dienende taak. Maar Hiëronymus gaf hem een veel hogere status. Hij maakte hem tot een huisgenoot en tot voorbeeld voor zijn medebroeders. De leeuw leerde hun wat trouw is en dat ze niet moeten oordelen over zaken waarvan ze de ware toedracht niet kennen. Ze moeten geen wraak nemen. De leeuw was een geschenk van God en stond zelfs open voor de ingevingen van de Heilige Geest. Hiëronymus behandelde hem als een van zijn medebroeders en gaf hem als een wijs geestelijk vader een taak die niet alleen nuttig was, maar ook aansloot bij zijn beperkte mogelijkheden. Zelf heb ik het niet verder gebracht dan tot een wisselende relatie met de twee katten van mijn boven- buurvrouw. Ze komen wel graag mijn woning binnen, maar gaan niet altijd weg wanneer ik genoeg van ze heb. Maar ik ben dan ook geen heilige en leef niet in het paradijs. De twee katten hebben trouwens wel vrede met elkaar en zijn dus verder dan ik. Paul Baars

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=