Jaargang 65 Nummer 1

Pokrof 1 0 taald in maar liefst 14 banden met in totaal 13.000 bladzijden. De Duitse vertaling gaf hij meestal parallel aan de Kerkslavische tekst weer. Zo’n vertaling en met name het gebruik ervan in de liturgie was (en is) in de Russisch-orthodoxe Kerk niet vanzelfsprekend. De Kerkslavische ge- beden, zelf ook weer een vertaling uit het Grieks, zag men als een wezenlijk “goddelijk geïnspi- reerd” element van de liturgie, dat je niet door een vertalingmocht vervangen. Maar wanneer je in het buitenland mensen wilt interesseren voor de Orthodoxe Kerk, en dat wil- de Maltsev, dan kun je niet om vertalen heen. Hij probeerde het probleem te ondervangen door zo letterlijk mogelijk te vertalen en zelfs de woord- volgorde van de Kerkslavische en Griekse bron- teksten zo veel mogelijk aan te houden. Vertalen was voor hem een voortgaand proces. Hij heeft diverse verbeteringen aangebracht en zo de reac- ties op zijn vertaling proberen te verwerken. “Sprich den Segen Gebieter” in de uitgave van 1890 wordt zo bijvoorbeeld in de uitgave van 1911 “Segne Gebieter”. Broederschap In 1890 stichtte hij in Berlijn de broederschap van de heilige apostelgelijke vorst Vladimir. Dat genootschap telde vrij snel 400 leden en had een aantal beschermvrouwen en –heren van naam: o.a. grootvorstin Elisavjéta Fjódorovna, bisschop Feofan de Kluizenaar en aartspriester Ioann van Kronstadt. Men was op vele gebieden actief. Men steunde Russische staatsburgers die in Duitsland verble- ven en hulp nodig hadden. Men zette een druk- kerij, een kaarsenfabriek, een bibliotheek, een museum en twee parochiescholen op, in Berlijn en Potsdam. Vader Aleksej gaf daar onderricht, o.a. aan zijn dochters Natalja (1881), Jekaterina (1883) enAnna (1885). In 1893 begon men bij Tegel bij Berlijn een kerk- hof te bouwen met een kapel gewijd aan de heili- ge Constantijn en Helena. Hier zouden Ortho- doxe gelovigen uit allerlei landen hun laatste rustplaats krijgen. Tot slot opendemen nog enige nieuwe kapellen in enkele kuuroorden, waar de Russische elite graag verbleef. Voor al deze ini- tiatieven moest men natuurlijk eerst fondsen werven. Bij al deze activiteiten was vader Aleksej wel op één of andere manier betrokken. Zijn daden- drang leidde tot een onderzoek van de politie, die hem van “proselitisme” beschuldigde. Maar dat liep met een sisser af. Hij had de wettelijke ver- boden nergens overtreden. Het bleef bij een waarschuwing. Wanneer hij niet rustiger aan zou doen, zoumen zich beklagen bij de tsaar. Publiciteit enpolemiek Vader Aleksej was ook actief als kerkhistoricus en liturgiewetenschapper. Hij verdiepte zich in de geschiedenis van de Russische diaspora en in de geschiedenis van diverse oude liturgieën, niet alleen van de Orthodoxe traditie, maar ook van de Koptische, Armeense, Syrische en Latijnse traditie. Verder mengde hij zich in de discussies die er ook toen al waren, over samenwerking en hereniging van de kerken. De Oriëntaalse Ker- ken stonden volgens hem het dichtst bij de Or- thodoxe Kerk. Hij ziet ook mogelijkheden voor hereniging met de Rooms-katholieke Kerk. Hij stelde wel dat dit na het Eerste Vaticaans Conci- lie niet makkelijker was geworden door het nieu- we dogma van de onfeilbaarheid van de paus. Interieur van de tsa- ristische Russische ambassade te Berlijn.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=