Jaargang 64 Nummer 5

Macarius, Matoes en Mozes de Donkere. Jam- mer genoeg staan van deze mannen periode en plaats niet vermeld. Wat data zou de lezer meer houvast geven. In de monnikenliteratuur ziet Rouw spiritualiteit, theologie en praktijk dicht bij elkaar liggen. Hoewel ik met waardering de overtuigend beschreven zoektocht van Mattias Rouw en Peter van Dijk heb gevolgd, blijf ik toch met vragen zitten: – Waarom gaat Rouw voor wijsheid alleen te rade bij de woestijnvaders? Waarom niet bij de rijke praktische Joodse wijsheidsbronnen? En waarom heeft hij het niet over de schatten van en de verhalen over wijsheid van niet-mono- theïstische origine of uit seculiere teksten? – Hoewel het boek terloops verwijst naar het bestaan van woestijnmoeders, hadden de bestaande, goed gedocumenteerde bronnen hierover wellicht ook iets kunnen verhelderen in verband met zonde- en schuldbesef. – Rouw wil het over woestijnvaders hebben. Toch komen hun spreuken enkel kort ter spra- ke in Brief 2 en Brief 8 en eigenlijk alleen uit- voerig in Brief 10 (de slotbrief). Is dat niet wat weinig om zijn ambitieuze titel waar te maken? Bovendien roept het de vraag op of deze woe- stijnbewoners wel bezig waren met het door Van Dijk binnen gebrachte thema erfzonde, de vloek van het paradijs? – Door zich op afgelegen plaatsen terug te trek- ken onttrokken de woestijnmonniken zich aan de dienstplicht en het betalen van belastingen. Is dit misschien een vorm van politiek-maat- schappelijk verzet tegen de zich ontwikkelende keizerlijke christelijke cultuur? Of is het een negeren door hen van een sociaal-maatschap- pelijke politieke context in verband met schuld en zonde? Rouw laat dit in het midden, maar stipt aan dat woestijnmonniken ‘de hemel zoe- ken in zichzelf‘ en ‘in de modder heen en weer zijn met eigen fouten’. De trend gaat richting het individualistische wieden van onkruid in eigen tuin. Het lijkt alsof zonde of schuld alleen iets individueels is; kwalijke (‘schuldige’) structuren die het leven van gewone mensen ongevraagd volledig overhoop gooien, worden niet benoemd. Hierdoor wordt niet duidelijk wat de relevantie van woestijnvaders is voor de huidige structurele omgang met zonde en schuld. Het krachtige protest van het bijbelse profetisme tegen persoonlijk (bv. Nathan tegenover koning David) of maatschappelijk onrecht komt in het boek niet aan bod. Het boek is verder een vlot geschreven briefwis- seling over een diep menselijk en actueel onder- werp, belicht vanuit het denken van woestijn- monniken. Huub Vogelaar Mattias R OUW , Zonderschuld. Woestijnvaders over vernieuwd leven . Uitgeverij Brandaan, Barneveld, 2017. 144 blz. € 16,95. ISBN 978-9-46005-036-7. Pokrof 1 7 Twee Syrische monialen uit de Vroege Kerk, de H.H. Maran en Kyra, 'zusters' van de Egyptische woestijnvaders én - moeders. Miniatuur uit het elfde-eeuwse menologion van de Byzantijnse keizer Basilios II. (Foto: Wikimedia com- mons)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=