Jaargang 64 Nummer 5

Pokrof 1 0 broers en met legervolk hem achterna gaat, doodt Basilios iedereen, behalve de vader en de broers van het meisje. Hij mag met haar trouwen. Want van jongsaf aan valt het al bij hem op: hele legers verslaat hij in zijn eentje, en wilde dieren doodt hij met blote handen. Maar het vlees is ook zwak. In het grensgebied ontmoet hij een Arabisch meisje dat door haar Byzantijnse minnaar is bedrogen en in de steek gelaten. Als hij haar over de trouweloze hoort spreken, wordt hij bekoord, en verkracht haar. Daarna dwingt hij de edelman het meisje weer terug te nemen. Iets dergelijks gebeurt bij de amazone Maximo. Zijn vijanden kunnen hem niet de baas, en ze rekenen erop dat zij, Maximo, hem zal verslaan. Zij verbaast zich erover dat ze het moet opnemen tegen maar één man. Basilios Digenes Akritis verslaat haar en laat haar het leven - maar ook zij wordt verkracht. Bij terugkeer vermoedt Akritis’ echtgenote wel iets, maar hij vertelt niets over het gebeurde. Wel is hij vol wroeging. Hij gaat naar Maximo terug en doodt haar – ‘de slet’. Nadat hij enige keren van woonplaats is veranderd, richt hij aan het eind van het verhaal een weelderig paleis in, waar hij en zijn vrouw kunnen wonen. Beiden vinden tenslotte de dood door een ongeneeslijke ziekte. Moslim-Arabieren enByzantijnse christenen Lang dacht men dat volksverhalen de stof boden voor dit epos, maar daar blijkt weinig van. Er wordt gedacht aan Arabische in- vloeden. Er zijn parallellen met Arabische teksten, zelfs met verhalen uit Duizend en een Nacht . Hoe komen de Arabieren er af in deze roman? Basilios is, zoals gezegd, de zoon van een Arabische emir. Het valt op dat deze snel van zijn moslimgeloof valt, als het er om gaat te trouwen met de Byzantijnse schone. Zijn familieleden maken tal van bezwaren, maar ook zij zijn snel tot het christendom bekeerd. Maar misschien was in de beleving van de gewone mensen in de grensgebieden het verschil tussen beide godsdiensten niet erg groot. We zien een verschil als de broers van het meisje dat door de emir is geschaakt, hun zusje weer op komen halen. Haar jongste broer, haar tweelingbroer, strijdt tegen de emir, tot deze zich overgeeft. Hij brengt de broers naar zijn tenten, waar ze hun zusje mogen zoeken. Op hun zoektocht komen ze terecht bij een kuil vol afgehakte ledematen, van ongehoorzame vrou- wen. Ze maken een massagraf, en smeken de emir om hun zuster. En ja, ze leeft nog, de emir heeft – practical joke – de broers willen beproe- ven. Het geschrift is ontstaan in een christelijke samenleving. Buiten God kon er nauwelijks een literatuur bestaan. Dus het verhaal staat vol met godsdienstige verwijzingen en frasen. Geen heldendaad wordt verricht, of er wordt vermeld dat dit alles gebeurt door de goddelijke genade, de onverslaanbare Moeder Gods, de engelen en aartsengelen, de glorierijke mar- telaren, de allerroemvolste Theodoors, de twee militaire heiligen dus, en in dezelfde sfeer Dimitrios en Georgios. God en een hele schare heiligen staan achter de held, en na de strijd komt hun alle lof toe. Evenzo is de bekering van de emir het werk van Christus. Hij ziet zich door Christus naar het licht geleid. Mocht hij zijn echtgenote be- schamen, moge hij dan niet meer worden ge- zien als volgeling van Christus. Als hij zijn be- kering tegenover zijn moeder verdedigt, spreekt hij de hele geloofsbelijdenis uit. Toch is het oude heidendom niet ver. Als er

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=