Jaargang 64 Nummer 5

Pokrof 1 1 sprake is van de liefde, dan is Eros in het spel. Het karakter van Eros wordt omstandig uit de doeken gedaan. En het paleis waar Basilios en zijn vrouw tenslotte gaan wonen, is versierd met afbeeldingen uit de Bijbel: David, Goliath, Saul, maar ookmet Achilles enOdysseus. Een anti-held? Waar gaat het epos over? Een liefdesepos, noemt de vertaler het. De held hoeft niet veel moeite te doen om zijn geliefde te veroveren. Gaat het over zijn heldendaden? De eer van God? De wereld van Basilios is christelijk, er is sprake van christelijke deugden. Een iets andere invalshoek zien we in een artikel van James Trilling in het tijdschrift Viator (2016) 1 . Het gaat over de meer duistere kant van Basilios. Bij de twee verkrachtingen: zijn zwakheid, zijn onvermogen weerstand te bieden aan zijn lusten. In de strijd met zijn vijanden roept hij God en de militaire heiligen aan, bij een verleiding door een vrouw grijpt hij naar zijn zwaard. Een christelijke held zou zich beschermen met een kruisteken. Wel heeft hij veel berouw. Een fysiek sterke man, met een zwak karakter. In de Byzantijnse wereld was zelfbeheersing belangrijk, maar daar komt Basilios niet aan toe; op schuldgevoelens reageert hij kinderlijk. Eigenlijk is zijn leven aan de grens er een van bijna-eenzaamheid. Hij woont met zijn vrouw in een tent, daarna legt hij een tuin aan, een aards paradijs – niet voor niets dicht bij de Eufraat, waar de traditie toen de Hof van Eden plaatste – dat wordt bedorven, niet door een slang, maar door Basilios zelf. En aan het eind vlucht hij weer – in zijn paleis. Tuin en paleis staan voor orde en beschaving, voor Basilios zijn het vluchtplaatsen. Tuinen staan in de Byzantijnse literatuur voor vruchtbaarheid; Basilios en zijn vrouw blijven zonder kinderen. Ze sterven niet als helden, maar aan een ziekte waartegen het paleis ze niet beschermt. Ze verblijven in een religieus niemandsland. Behalve de gebeden en de verwijzingen naar heiligen is er in hun omgeving niets wat op religie wijst. Er zijn geen kerken, priesters en monniken. De held wordt niet spiritueel be- proefd, heeft soms berouw, maar beheerst zich- zelf niet. Een somber, tragisch boek, zou je dan zeggen, maar dat is het natuurlijk niet. Het staat vol avonturen en fraaie beschrijvingen, en on- danks de wandaden van Basilios is er ook de liefde. De vertaler Willem J. Aerts, emeritus- hoogleraar Middel- en Nieuwgriekse taal- en letterkunde aan de Rijksuniver- siteit Groningen, baseerde zich vooral op een uitgave van een manuscript dat in 1879 in het Grottaferrata-klooster, in Italië, is ontdekt. En nam kennis van nog drie uitgaven van handschriften plus een berijmde uitgave uit 1670, die allemaal van elkaar verschillen. Er werd vijftig jaar aan gewerkt, en tenslotte kwamhet in 2016 uit, metrisch vertaald, in eenmooie tweetalige uitgave. Dolf Bruinsma Diyenis Akritis, eenByzantijns liefdesepos. Vertaling, inleiding en aantekeningenWillemJ. Aerts; uitg. Ta grammata, Groningen 2016. Byzantijnse schotel met Digenes Akritis en de Draak in Ancient Agora Museum, Athene. (Foto: G. Dall’Orto/Wikimedia Commons) 1 James Trilling: ‘Re-introducing Digenes Akritis : a Byzantine Poem of Strength, Weakness and the Disturbing Absence of God’ in Viator, Medieval and Renaissance Studies, vol. 47 (3), 2016, pp 19-170. /

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=