Jaargang 64 Nummer 4

Pokrof 5 Lokale conflicten Jacobus Heraklides Despota was een gevluchte Griekse edelman. Hij hoopte met steun van het Westen stukjes Griekenland op de Osmanen te heroveren. Na veel omzwervingen lukte het hem met steun van gevluchte protestanten uit Duitsland en Polen in 1560 de regio Moldau te veroveren op de Osmanen. Hij probeerde daar van bovenaf het protestantisme in te voeren. Dat viel verkeerd bij de orthodoxe meerderheid van de bevolking. Na twee jaar kwam het tot een opstand, waarbij hij sneuvelde. Ook in Lijfland was het al eerder, in 1524-1525, korte tijd uit de hand gelopen. Een beeldenstorm trof ook de orthodoxe kerken aldaar. Contacten met Moskovië De contacten tussen West-Europese landen en de Russische stadsstaten waren van heel andere aard geweest. De Duitse Ordes en de Zweden hadden lange tijd geprobeerd hun invloed in Rusland uit te breiden. Maar men dreef ook han- del, onder andere via de Hanze, die kantoren en handelswijken had in diverse Russische steden. Rusland werd eind 16 e eeuw rond Moskou ver- enigd en groeide uit tot een machtsfactor in Europa en de hele Orthodoxe wereld. In 1552 drong het ook in Rusland door dat er in het Westen iets gaande was. De Deense koning Christian III zond een brief naar tsaar Ivan IV over het protestantisme. Hij hoopte dat de tsaar er iets in zou zien. Maar dat idee viel niet in goede aarde. Metropoliet Filipp van Moskou keurde in een brief van 1567 het protestantisme scherp af. Hij hekelde het plunderen van kerken en het vernietigen van beelden. Het protestan- tisme was voor hem een ketterij, die met militai- re middelen bestreden moest worden. De reac- ties van de tsaar waren wisselend, maar uitein- delijk zeer afwijzend: de Reformatie had het Westen in de ellende gestort! “Luther is een kind van de duisternis, een satansdienaar, een valse profeet, een dief en een huurling”, zegt Ivan IV uiteindelijk. Dat weerhield latere tsaren er niet van prote- stantse en katholieke migranten uit te nodigen om als ambachtslieden, boeren en militairen in Rusland te werken. Ze mochten hun eigen ge- loof praktiseren en kerken openen, zolang er maar geen zending bedreven werd. Al in 1575 ging in Moskou de eerste protestantse kerk open. Een deel van deze migranten werd later orthodox. Daarmee konden ze de Russische nationaliteit verkrijgen. Dat vergrootte de carrièrekansen. Anderen konden tot de revolutie van 1917 hun eigen geloof behouden. Al bij al was de protestantse invloed op de Russisch-orthodoxe Kerk groter dan op de Grieks-orthodoxe Kerk. Peter de Grote (tsaar: 1682-1725) had vriendschappelijke relaties met protestanten, die hij o.a. in de Nederlanden had leren kennen. Dat werkte door in zijn kerkher- vorming. Later was er via het piëtisme uit Duitsland invloed op de theologie en op de kerk- muziek. Het zou tot de 20 e eeuw duren voor er o.a. via de Wereldraad van Kerken relaties zou- den worden aangeknoopt. In Rusland zelf blijft het moeizaam. Evangelicale groepen gebruiken agressieve wervingsmethoden. Reactionaire Or- thodoxe groepen en media scheren alle protes- tanten over één kam en schelden er ongenuan- ceerd op los. Paul Baars Oude prent van oecumenisch patriarch Cyrillus Loukaris (Foto: Wikimedia commons).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=