Jaargang 64 Nummer 4

Pokrof 1 0 al kennis gemaakt met hindoes en moslims. De relatie tussen de godsdiensten is tot nu toe in Kerala goed. Er zijn in deze deelstaat nog geen politici boven komen drijven die de religies te- gen elkaar opzetten. In India als geheel is dat de laatste tijd helaas anders. In Nederland kreeg hij ook contact met hindoes, Hindoestanen uit Suriname. Ze nodigden hem uit bij hen thuis om te komen eten. Dat was heel aangenaam. GedwongenLatinisering Tot de 16 e eeuw waren de Thomaschristenen één. Vader Joseph benadrukt hun oude, nim- mer onderbroken traditie, die volgens de legen- de begon in het jaar 52, toen de apostel Thomas zich in India vestigde. Historisch gaat de aan- wezigheid van christenen terug op de derde eeuw. Daarom houdt hij ook niet van het woord ‘geünieerd’ voor zijn kerk, die volgens hem al- tijd katholiek is geweest. Dat woord benadrukt de breuk en de verdeeldheid, terwijl vader Jo- seph de continuïteit van de traditie van zijn kerk belangrijk vindt. De Thomaschristenen hoorden na het Concilie van Efeze (431) bij de zogeheten ‘Kerk van het Oosten’, die ook wel – abusievelijk – ‘nestoriaans’ werd genoemd. Dat was tot de 9 e eeuw een grote kerk, die zich van het huidige Syrië uitstrekte tot in India en Chi- na. Portugese missionarissen dwongen de Tho- maschristenen in 1599 zich aan te sluiten bij Rome tijdens de omstreden Synode van Diam- per. De kerkorde en de liturgie werden naar ro- meinse snit aangepast. Vader Joseph is heel negatief over deze missio- narissen, eerst vooral jezuïeten, later vooral karmelieten. Het was het begin van allerlei pro- blemen. Op dit moment zijn de Thomaschriste- nen verdeeld in zeven groepen. Daarnaast wo- nen er in Kerala ook rooms-katholieken van de Latijnse ritus en protestanten. Er zijn weinig onderlinge problemen. Men leeft helaas wel te veel langs elkaar heen. De Syro-Malabaarse Kerk is een van de grootste Rooms-katholieke kerken met een Oosterse ritus ter wereld. Er is buiten Kerala een diaspora ontstaan in de grote steden van India, en door migratie ook in het Westen, vooral de VS, Canada en Engeland. Herbronning De Thomaschristenen staan in de Oost-Syri- sche liturgische traditie. Men gebruikte tot 1962 het Oud-Syrisch als liturgische taal. In 1962 ging men over naar de volkstaal, het Ma- layalam. Er zijn wel Syrische woorden blijven hangen, bijvoorbeeld het woord ‘Kurbana’, dat eucharistie of offer betekent. Men wil de laatste decennia weer terug naar de oorspronkelijke ri- tus van vóór de Portugese missionarissen. Zo- wel de Portugese invloed als de herbronning veroorzaken veel commotie. De verandering is niet voor iedereen makkelijk. (Menig Syro-Ma- labaarse katholiek die jarenlang gewend was aan een sterk gelatiniseerde liturgie, voelt zich soms een oriëntaalse wijze van vieren opge- drongen die hem of haar bijwijlen ‘vreemd’ is, PB.) De ‘Anafora (eucharistische canon) van Adai en Mari’, genoemd naar twee leerlingen van de apostel Thomas, is een van de oudste in heel de christelijke wereld. Er bestonden ook andere anafora’s zoals die van Theodoros en van Ne- storius. De laatste werd vroeger slechts vijf keer per jaar gebruikt enwordt nuweer heront- dekt. In de eucharistie zijn vier lezingen: twee uit het Oude en twee uit het Nieuwe Testament. Meer dan de helft van de liturgie bestaat uit hymnen: liederen van kerkvaders als Efrem, Narsai, Afrahat en anderen. Meestal is er volks- zang. Alleen bij grote feesten zingt er ook wel eens een koor. Men neemt de tijd. Een dienst duurt al gauw anderhalf uur. De vrouwen zit- ten links en de mannen rechts, wat een over- blijfsel is uit de synagoge en ook in katholieke en orthodoxe kerken tot voor kort wel gebruike- lijkwas. Vader Joseph (Foto: Frans van Aarle).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=