Jaargang 62 Nummer 4

Pokrof 2 0 Gods bevrijdende presentie in het geleefde le- ven (p.9). Theosis in oosterse-orthodoxe theologie De auteur noemt het concept ‘theosis’ een dif- fuus en onafgebakend begrip. Kort gezegd wil theosis de verandering of transformatie van de mens beschrijven door de verlossing door Christus. In haar rede noemt Zorgdrager enkele beknopte omschrijvingen van vergoddelijking bij kerkvaders. Voor de Syrischemonnik Johan- nes van Damascus (676-749) is deïficatie niet hetzelfde als “god worden” maar “participeren in de goddelijke natuur” (pp. 2-3). En Athanasi- us van Alexandrië (4 e eeuw) duidt het aan als: “Hij [de Logos] is mens geworden opdat wij goddelijk zouden worden” (p. 5). Ook formu- leerde Athanasius het als: “God is mens gewor- den opdat demens God zouworden” (p.10). Eerst in de zesde eeuw verwoordde pseudo- Dionysius de Areopagiet een definitie van theo- sis: “het bereiken van de gelijkenis met God en de eenheid met Hem zover als mogelijk is” (p.10). Zorgdrager maakt duidelijk dat het con- cept theosis onder de Griekse kerkvaders enorm uitwaaiert, maar er zijn zeker vijf ge- meenschappelijke kenmerken: 1 ) deïficatie is vastgeknoopt aan de leer van de mens als beeld van God ( imago dei ) dat niet door de zonde is aangetast; 2 ) de incarnatie van Christus is de sleutel voor vergoddelijking van de menselijke natuur; 3 ) er is een diep doorleefd besef dat de een- wording van God en mens nooit het wezenlij- ke verschil tussen Schepper en schepsel kan opheffen; 4 ) niet alleen de mens maar heel de kosmos is bestemd om tot vervulling te komen in God; 5 ) het is niet alleen een leer, maar verwijst ook naar contemplatieve en ascetische prak- tijken en naar het cultiveren van deugden die het proces van transformatie zichtbaar ma- ken en ondersteunen (p.11). Volgens Zorgdrager is ook de plaats en beteke- nis van het concept in de oosters-orthodoxe theologie niet eenduidig. Het is bijvoorbeeld nooit een dogma geworden van de Zeven Oecu- menische Concilies. Gregorius Palamas Een meer uitgewerkte leer werd het pas bij de veertiende-eeuwse monnik Gregorius Palamas. Zorgdrager betoogt dat Palamas stond voor een uiterst realistische opvatting van theosis als participatie aan het ongeschapen, goddelijke licht. Volgens hem straalde dit licht uit van Christus in zijn Transfiguratie op de berg Tabor. Gelovigen konden door voortdurend meditatief gebed deel krijgen aan dit licht. Palamas maak- te daarbij onderscheid tussen Gods essentie en Gods energieën. Gods essentie is onvatbaar, maar Gods energieën doordringen de hele schepping. Ze zijn de totaliteit van goddelijke manifestaties in de wereld. Mensen krijgen deel aan de energieën, niet aan de essentie van God. Zorgdrager beaamt dat het denken van Palamas grote invloed kreeg in de orthodoxe theologie (p.12). Orthodoxe vrouwelijke theologen over deïficatie Vervolgens brengt de auteur drie concepten over vergoddelijking naar voren die zijn ont- wikkeld door oosters-orthodoxe vrouwen (p. 14-17). Alle drie hebben zij op originele en krachtige wijze bijgedragen aan een revitalise- ring van het concept voor de moderne tijd, al- dus Zorgdrager. Het zijn de theologen Myrrha Lot-Borodine (1882-1957), Maria Skobtsova (1891-1945) en Elisabeth Behr-Sigel (1907- 2005) die model staan voor het grotendeels on- bekende “vrouwelijke gezicht” van de oosterse orthodoxie. Ze woonden en werkten in Frank- rijk, en hoorden bij de Russische intellectuele emigranten-gemeenschap. Myrrha Lot-Borodine Myrrha Lot-Borodine is de eerste die met een serie baanbrekende artikelen over deïficatie in 1932/33 het belang van dit oude oosterse con- cept voor het westen onderstreepte. Volgens Elisabeth Behr-Sigel

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=