Jaargang 62 Nummer 4

Pokrof 1 0 te leren kennen, te waarderen en zelfs van el- kaar te houden, om dan misschien eens hun volledige eenheid te hervinden. Zo kon het huis in september 2010 zijn deuren weer openen, bezield door een internationale communiteit van religieuzen, onder wie twee jonge Roeme- nen. Zij die deze plekweer tot leven hebben gebracht en er nu de leiding hebben, lijken erg weinig op hun voorgangers. Sinds hun vertrek 60 jaar geleden beschikt de congregatie jammer genoeg niet meer over religieuzen die zich op Byzan- tijnse studies toeleggen en in staat zijn de fakkel over te dragen van gespecialiseerd wetenschap- pelijk onderzoek dat die naam waardig is. Ook al hebben we iemand die zich bezighoudt met onderzoek en onderwijs op het gebied van de patristiek, en een expert in oecumenische vraagstukken, het profiel van de eerbiedwaar- dige paters Petit en Laurent dat de Roemeense intelligentsia vijf jaar geleden terugverwachtte, is er niet meer. Wat het Centrumnu doet Als ze zich niet meer bezighouden met oude manuscripten en publicaties op dat terrein, wat doen de assumptionisten dan nu, in dat huis in Boekarest, dat nu ‘Centrum H.H. Petrus en Andreas’ heet? Ze laten zich inspirerendoor dat dubbele patroonschap van de twee broers, naar den bloede en in het apostelambt, de één vader van de Romeinse, de ander van de Byzantijnse kerk (met inbe- grip van Roemenië, waar de plaatselijke traditie wil dat An- dreas er zijn levenseinde vond), die geroepen zijn om tot elkaar te komen. Dat beeldt ook de icoon uit die het Centrum door een Roemeense kunstenaar heeft laten schilderen, naar het Athonitisch model van de icoon die 50 jaar geleden door pa- triarch Athenagoras werd aan- geboden aan paus Paulus VI ter herinnering aan hun historische ontmoeting in Jeruzalem in 1964: waar de twee gescheiden broeders, de leider Petrus énAn- dreas de Eerstgeroepene, el- kaar weer ontmoeten. De huidige activiteiten van het Centrum zijn van drieërlei orde: A. Een gespecialiseerde bibiliotheek, voor byzantinologie, maar ook voor Latijnse en oos- terse theologie, alsmede patrologie en geschie- denis. Ze bestaat uit 25.000 boeken, die studen- ten en wetenschappers van allerlei confessies en overal vandaan directe toegang geven tot bronnen die elders in Boekarest weinig be- schikbaar zijn, in het bijzonder tot werken uit het Westen. Samengesteld uit verschillende fondsen van de assumptionisten (het voormalig filiaal van het IFEB in Athene, het generalaat in Rome, giften van het Instituut voor Oosters Christendom [IVOC] in Nijmegen), vormt de bibliotheek een voorraad die door specialisten zeer wordt gewaardeerd. B. Een studentenhuis, waar studenten voor een jaar een kamer huren, maar ook een plek vindenvoorwerk enontmoeting die zijns gelijke in de hoofdstad niet kent. Er zijn ongeveer twaalf studenten, de ene helft is orthodox, de anderehelft katholiek. De regels voorzien ineen gemeenschappelijk avondgebed (zonder con- fessioneel model) en tweemaandelijkse bijeen- komsten voor uitwisseling en christelijke be- zinning. De inzet van deze ontvangstruimte, die veel eisen stelt aandeze jongeren,maarwaar ze, zelfs op deze bescheiden schaal, ook veel voor terugkrijgen, is een betere wederzijdse kennis van christenen van verschillende confessies, door deze ‘oecumene van het dagelijks leven’. P. Michel Kubler van Petrus-en-Andreascentrum in Boekarest.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=