Jaargang 62 Nummer 2

Pokrof 1 6 In dit tweede artikel over de icoon van het Laatste Oordeel uit Lukov-Venécia in Oost-Slowakije zien we dat het inde- lingsprincipe waarmee we het vorige artikel beëindigden – Christus als voor- naamste figuur in het midden, met rechts van Hem uit gezien de ‘goeden’ en links van Hem de ‘slechten’ – vooral in het nog te bespreken deel van de icoon zichtbaar is. O mu als beschouwer niet in verwarring te brengen met verschillende kijkrichtin- gen (rechts, voor u dus links en anders- om), spreken we in het onderstaande van de ‘goede’ en de ‘duistere’ kant. Iconografische beschrijving van de laatste scènes 12 ] Terecht staan aan de duistere kant van de icoon de ‘slechteriken’, slecht omdat ze een afwij- kend geloof belijden. Volgens de inscripties (zie foto p 16, vlnr): de ‘Joden’, ‘Grieken’, ‘Ljachen’ oftewel Polen, ‘Turken’, ‘Moren’, ‘Tataren’ en ‘Rus’. In deze rij vallen deGrieken, de Polen en de Rus’ op. De laatste twee volkeren waren en zijn tenslotte buurvolkeren enmede-Slaven van de in Oost-Slowakije woonachtige Roethenen! Dat er met Rus’ uitsluitend heidense inwoners van het Kiev-Rus van voor de kerstening in 988 bedoeld worden, zoals wel wordt gesuggereerd, lijkt ons wat ver gezocht. Het opschrift had dan eenvou- digweg ‘heidenen’ kunnen luiden. De aanwezig- heid van Grieken wekt nog meer bevreemding De icoon van het Laatste Oordeel II De veronderstelde‘slechterikken’ aan de linkerzijde (vanuit de icoon bezien, rechts voor de beschouwer) van de rechterstoel.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=