Jaargang 62 Nummer 1

Pokrof 9 round heilige zou je kunnen zeggen. Zijn feest- dag wordt gevierd op 23 april. Springlevend Hoe springlevend en aanwezig Sint-Joris in deze tijd nog altijd is voor de christelijke inwoners van een willekeurig dorp in Syrië, én voor de met hen verkerende moslims, blijkt wel uit de vol- gende recente anekdote. Niemand minder dan Nicolas Antibas, de in 2013 benoemde Melkiti- sche Grieks-katholieke aartsbisschop van Bosra en Hauran, is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij vertelde, toen hij onlangs even op bezoek was in Nederland (zie pp 3-6), wat hij had mee- gemaakt in Khabab, een christelijk plaatsje in Syrië, en residentie van de aartsbisschop: «Op een dag zagen wij (de inwoners van Khabab, red.) dat er even buiten ons dorp een militair kamp van het regeringsleger werd opgeslagen. Dat bracht algemene onrust teweeg, en ook ik was er niet geluk- kig mee. Ik voorzag bovendien dat ik aangezocht zou worden voor een nadere kennismaking, iets waar ik helemaal niet op zat te wachten. Het duurde niet lang of er verscheen inderdaad een boodschapper aan de deur, met de mededeling dat de commandant van het legerkamp mij graag spoedig wilde spreken. Ik bedacht dat ik nog maar kort aangesteld was, en nog maar weinig wist van het reilen en zeilen van de gemeente. Wat zou ik de commandant kunnen melden als die ergens naar vroeg? Daarom besloot ik naar mijn voorganger, de hoogbejaarde maar nog altijd zeer heldere en intelli- gente aartsbisschop-emeritus Boulos te gaan, om hem te vragen of wellicht hij niet veel beter naar de commandant zou kunnen gaan, omdat hij zo goed op de hoogte was van alles. Maar de oude man voelde er weinig voor; hij was immers niet meer in functie, en hij wilde het graag wat rustiger aan doen. Na wat heen en weer geschuif van argumenten besloten we ten slotte om dan maar samen te gaan. En zo gebeurde. We werden vriendelijk ontvangen door de com- mandant. Die stak al gauw van wal: “Eminenties, kunt u mij zeggen of er in de buurt misschien een paardentrainingskamp is?” Wij reageerden verbaasd op deze vraag. Nee, daar wisten we niets van. “Maar u woont hier”, ging de commandant door, “u weet toch wel of er zoiets is in uw omgeving?” Wij moesten het antwoord schuldig blijven, we hadden geen idee. De commandant leek een beetje korzelig te wor- den en vertelde wat er aan schortte in zijn kamp: “Sinds wij hier zijn neergestreken slapen mijn man- nen nauwelijks meer. Ze horen elke nacht het hoef- getrappel van paarden die rond ons kamp galoppe- ren. Dat moet stoppen, en ik verwacht dat u ons daarbij helpt.” Wij voelden ons steeds ongemakkelijker in het gezelschap van de militaire leider. Maar toen zag ik opeens een glinstering in de ogen van mijn oude col- lega. Hij had blijkbaar een geweldige ingeving ge- kregen, en nam het woord: “Mijnheer de comman- dant, gelooft u mij, er is hier in de buurt geen trai- ningskamp voor paarden, anders was ik daar inder- daad van op de hoogte geweest. Maar het kan zijn… u weet misschien dat onze patroonheilige Sint-Joris is, en u kent zijn afbeelding waarschijnlijk wel, want hij is ook een militair. Hij zit te paard…, en nu komt het wel eens voor…” De commandant leek een moment aan zijn stoel genageld te zitten. Op deze verklaring had hij duide- lijk niet gerekend. Maar hij hernam zich, al bleek hij geen enkele behoefte meer te hebben om het gesprek voort te zetten. Hij knikte begrijpend en gaf aan dat het zo wel goed was: “Heren, mag ik u bedanken voor uw moeite om naar mij toe te komen, en voor uw toelichting. Het was me een genoegen.” Wij bedankten op onze beurt de commandant hartelijk, en keerden opgelucht huiswaarts.» Draak Op iconen staat Sint-Joris vaak afgebeeld als ridder die een draak verslaat. Het tafereel is afgeleid vanmiddeleeuwse legendes die rondom zijn persoon zijn ontstaan. Het thema van het gevecht met de draak is bekend uit voorchriste- lijke mythologieën van Griekse, Germaanse en Vedische (= oud-Indiase, hindoeïstische, red. ) oorsprong. Voor Orthodoxen gaat het echter niet primair om de historische juistheid of ori- ginaliteit van het beeld, maar om de allegori- sche en spirituele waarheid. De draak staat symbool voor het universele kwaad. Overigens zijn er ook iconen van Sint-Joris zonder draak en paard. Op die afbeeldingen kijkt hij ons aan in verstilde triomf, tijdloos. Hij nodigt ons uit om in zijn navolging de draken te verslaan – om te beginnen de draak in onszelf – met de een- voudige woorden: “Strijdt en wordt heilig, om Christus’ wil. De inzet is niets minder dan het Koninkrijk der Hemelen!”. Sint-Joris’ oproep spreekt tot de verbeelding. Hij herinnert ons eraan hoe we ons moeten op- stellen in dit leven. Niet als sympathisanten langs de zijlijn, maar als drakendoders pur sang . Laila Zahra

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=