Jaargang 62 Nummer 1

Nederlandse protestantse invloed op patriarch In de 17 e eeuw studeerden verschillende Griek- se geestelijken aan de beroemde universiteit van Leiden, waar zij ‘honoris causa’ waren inge- schreven. Een van hen was Nathanaël van Kono- pios, metropoliet van Smyrna en secretaris van patriarch Kyrillos Loukaris (1577-1638). Hij ontving in 1644 geld vanNederlandse protestan- ten om theologische traktaten van Calvijn in het Grieks te vertalen en deze in het Middellandse Zee-gebied onder Orthodoxe gelovigen te ver- spreiden. Dit paste binnen de toenmalige poli- tiek van het patriarchaat Constantinopel. Men zocht steun in het protestantse westen. In 1615 en 1617 benaderde men zelfs prins Maurits met het verzoek ommet een leger tegen de Osmanen op te trekken. Maurits ging daar niet op in. De Staten Generaal zochten van hun kant invloed in het Osmaanse Rijk. Men zond in 1611 Corne- lis Hage als gezant naar Constantinopel. Hij bouwde een goed contact op met patriarch Kyrillos. Deze schreef onder invloed van Hage een eigen geloofsbelijdenis, waarin veel invloed van Calvijn terug te vinden is. Dat leverde hem lof op in het protestantse westen, maar felle kri- tiek in zijn eigen achterban. Deze patriarch werd uiteindelijk vermoord. Maar dat had waar- schijnlijk niet te maken met theologische twis- ten, maar met de economische belangen (belas- tinginkomsten) die toen met dit ambt verbon- den waren. 1752 begin Orthodoxe Kerk in Nederland Rond 1750 werd in Amsterdam een vereniging van Griekse kooplui geregistreerd. Een aantal kooplui uit die kring nam het initiatief voor de oprichting van een Griekse kerk, toegewijd aan de heilige Katharina. Te midden van een vreem- de omgeving was het Orthodoxe geloof hun voor- naamste geestelijke kader en steunpilaar. In 1752 vierde men de eerste Goddelijke Liturgie. Dat jaar kun je zien als het begin van de Ortho- doxe Kerk in de Nederlanden. Het was niet gemakkelijk een geschikte priester te vinden en te behouden. Een Griek, die als pro- to-psaltis (eerste psalmzanger) in Engeland werkte, Alexios Partzikalas, werd in 1753 bereid gevonden priester te worden. Hij reisde naar Smyrna en werd priester gewijd onder de naam Amvrosios. Het was moeilijk voldoende geld- middelen te vinden om een permanente paro- chie op te bouwen. Omdat Amvrosios Russisch staatsburger was, hoopte men op financiële steun uit Rusland, maar dat lukte voorlopig niet. De parochie was opgericht zonder toestemming van het kerkelijk gezag in St. Petersburg. Ook de Russische consul in Den Haag, de heer Golof- chin, was ontstemd, omdat hij niet te voren was geraadpleegd. In die periode was Constantino- pel niet in de positie veel steun te kunnen geven. De eerste priester vertrok vanwege persoonlijke problemen. De tweede priester, archimandriet Nektarios, vertrok in 1763 plotseling. Hij ging tot ontsteltenis van de parochianen over naar het protestantisme. Bloei Toch bloeide de parochie op. Koopman Joannis Pringos schrijft: “Voortaan konden de Griekse kooplieden geregeld ter kerke gaan. De vespers wer- den nu eens in het ene, dan weer in het andere huis gehouden, meestal ten huize van Omiros. Op zonda- gen en hoogtijdagen kwamen zij allen bijeen in de kerk om in waarlijk Griekse sfeer hun diensten te houden. Vaak bood de kerk ook onderdak aan ande- re gelovigen. Altijd waren er Orthodoxe kooplieden op doorreis, een menigte Griekse zeelieden die op de Nederlandse koopvaardijschepen werkten en andere onderdanen van het Turkse rijk die studeerden in Lei- den. Verder werd de kerk bezocht door de bemanning 1 8 Pokrof Gevel van het pand ‘De Drie Valken’ rond 1830, prent.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=