Jaargang 62 Nummer 1

1 9 Pokrof van Russische schepen, Russische handelaren en pas- serende Moskovieten van alle sociaal-economische rangen en standen.” In 1763 lukte het, met medewerking van de Rus- sische gezant in Den Haag, met een erfenis van 5.000 florijnen het pand ‘De Drie Valken’ aan te kopen op de Fluwelen Burgwal (nu de Oudezijds Burgwal). Het was een ‘schuilkerk’: aan de bui- tenkant mocht je niet zien dat het een kerk was. Verder was men vrij de eigen traditie vorm te geven, op voorwaarde dat ze “ de deur open lieten, opdat een ieder hen kon zien, wanneer zij hun dienst hielden .” De parochie werd druk bezocht, ook door Nederlanders, onder wie enkele profes- soren uit Leiden. Ze waren nieuwsgierig naar de taal, de Byzantijnse zang en de liturgische ge- bruiken. Voor hen en in samenwerking met hen werd de eerste Nederlandse vertaling van de Goddelijke Liturgie uitgegeven in 1000 exempla- ren. Adamantios Koraïs in Amsterdam Een bekend parochiaan was Adamantios Koraïs. In de administratie van het stadsbestuur is zijn naam verdietst tot Diamant Coray. Hij vestigde zich in Amsterdam als koopman en nam zijn intrek in het huis van de Orthodoxe priester, Koraïs was “ een traditioneel man, die zich … onder- scheidt van de overige leden van de gemeenschap door strengheid... en door eruditie ”. Maar hij ‘integreer- de’ steeds meer en kreeg een jongere Nederland- se vriendin, die helaas al jong stierf. Hij kreeg interesse in het protestantisme en in moderne culturele en filosofische stromingen. Hij gaf zijn traditionele kleding aan de priester terug en mat zich westerse kleding en een pruik aan. Koop- man Stamatis Petrou schrijft: “Te oordelen naar het leven dat hij tegenwoordig leidt, geloof ik dat hij tot de calvinistische leer is overgegaan”. “ In plaats van ge- sloten horizonten , een onverzadigbare nieuwsgierig- heid naar alle dingen. In plaats van vasten en matig- heid, de liefde, het feestvieren en het nachtbraken. ” Na een faillissement verhuisde Koraïs in 1782 naar Montpellier (Frankrijk), waar hij medicij- nen studeerde. Hij werd later een van de expo- nenten van de Verlichting in het Griekenland van zijn tijd. Gemengde huwelijken: pastoraal probleem Een ‘pastoraal’ probleem was het gebrek aan Griekse en Orthodoxe vrouwen hier te lande. Enkele parochianen vonden een Nederlandse, meestal protestantse vrouw. Zo’n gemengd hu- welijk lag moeilijk binnen de Griekse Orthodoxe traditie. Priester Makarios legde aan de kerkelij- ke autoriteiten in Constantinopel het probleem voor “ met betrekking tot de huwelijken die de hier wonende eerzame handelaren en Orthodoxe Grieken noodgedwongen telkens hebben gesloten met lutherse vrouwen, daar zij geen Griekse vrouw konden vin- den”. De patriarch gaf een reiziger het volgende antwoord mee: “Zijne Hoogheiligheid en de Heilige Synode geven voor dergelijke huwelijken geen schrif- telijke toestemming, evenmin veroordelen of vervol- gen zij die, aangezien zij uit noodzaak gesloten wor- den. Daarom moet de priester het werk van zijn voor- ganger voortzetten, in dier voege dat hij de desbe- treffende christenen ertoe verplicht hun echtgenotes aan te sporen – overigens met zachte hand – in de hoop dat zij mettertijd ertoe neigen de oude mens af te leggen en de nieuwe aan te nemen” . Koningin Anna Pavlovna In 1816 trouwde Anna Pávlovna (1785-1866), dochter van de Russische tsaar Paul I, met de latere koning Willem II der Nederlanden. Het geloof vormde een belangrijk punt bij de onder- handelingen die aan het huwelijk vooraf gingen. De overeenkomst was voor die tijd heel tolerant en pragmatisch. Anna mocht haar Orthodoxe geloof blijven praktiseren. De kinderen moesten protestants worden opgevoed. Na een groots Orthodox huwelijksfeest in St. Petersburg vond aldaar een bescheiden plechtigheid plaats in de protestantse kerk. Anna Pavlovna steunde de Griekse parochie in Amsterdam, die ze regelmatig bezocht. Ze gaf geld en zorgde voor de aanstelling van priesters uit St. Petersburg. Ze verfraaide het interieur. Je kunt in die tijd spreken van een Russisch/Griekse parochie. De belangstelling nam echter af en in 1868, enkele jaren na haar dood, werd de paro- chie opgeheven. Ik zie parallellen met de periode na 1960. De arbeidsmigranten uit Griekenland en Servië richtten eerst hun eigen verenigingen op. Daar- uit zijn later hier en daar Orthodoxe parochies ontstaan. Ik herinner mij nog een dienst op de zolder van de Nijmeegse ‘Mediterrane club’ 25 jaar geleden: aan de ene kant de bar, aan de ande- re kant een geïmproviseerde iconostase. Paul Baars Belangrijkste bron: Dr. Thanasis Dialektopoulos, Grieken in de Lage Landen (1600-2000), hun geschie- denis en cultuur aan de hand van documenten (Ver- taling: Jan Veenstra), 2003.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=