Jaargang 62 Nummer 1

Pokrof 1 1 deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevon- den.”» (Luk 11:24-24; alle citaten NBV) Wie die gulheid van de vader prachtig heeft verwoord en daarmee de goddelijke kant van het verhaal scherp naar voren heeft gehaald, is Romanos Melodos ofwel ‘de Zanger’, een Byzantijns hymnedichter uit de 6 e eeuw. Hierbij enkele strofen uit een lang lied op de Verloren Zoon: Romanos Melodos, Eerste Hymne op de Verloren Zoon Kijken we naar het feestmaal dat op grandioze wijze is aangericht voor de Verloren Zoon, die wijs werd. Zijn vader, of beter: ‘die van alle mensen’, aanvaardt zijn berouw, als één die houdt van de mensen. Blij met diens bekering zegt Hij tegen de dienaren: ‘Snel, maak voor ons het alheilig feestmaal klaar. Snel, offer het Kalf, hetwelk de maagdelijke Vaars ter wereld bracht, want mijn zoon was eerst verloren en is nu teruggevonden. Laten we blij zijn, want hij was dood en is herleefd, hem die ik ontving in mijn gemoed (lett. ingewanden), ik, de Meester en Heer der eeuwen. Laten we ons vandaag haasten, om deel te nemen aan het gastmaal, indien wij waardig bevonden zijn in de vreugde van de Vader binnen te gaan. laten we mede aanzitten met de Koning der eeuwen. Hij biedt Broden aan die de gelukzaligheid verschaffen en als drank geeft Hij het heilige Bloed, dat het onbederfelijke leven zonder einde schenkt. En de engelen zijn ook aanwezig. Laten wij zien hoe, als eerste, aanligt de Heer die ons tot Zich heeft getrokken (vgl. Luk 14: 23). En dan meteen: de aartsvaders, de koren der apostelen, en de profeten samen met de martela- ren. Dicht bij hen de Verloren Zoon!: op de plek die hem heeft gegeven zijn Vader, de Meester en Heer der eeuwen. Toen de Redder van allen het vuile kleed zag, dat zijn zoon aan had, werd hij tot mededogen bewogen. En meteen riep Hij de slaven die bij hem in dienst waren: ‘Vlug, geef mijn zoon zijn eerste kleed, dat het bad van de doop voor allen weeft en dat de Geest van mijn genade vervaardigt. Maak voort, geef het hem! Herinner je hoe, toen-ie het nog aanhad, de Vijand het van hem afpakte en hem tot een vertoning voor het oog van alle demonen maakte, want [de Vijand] vervolgde vol haat de koning van heel de aarde 1 , 1 = de mens, red .

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=