Jaargang 55 Nummer 1

Pokrof 6 Vader Pachom (van Neerven) stierf op 3 november 2007 in Mill. Hij was een belang- rijk persoon binnen de Orthodoxe Kerken van Nederland. Hij werd in 1935 in Eindhoven geboren in een rooms-katholiek gezin. Hij ontwikkelde zich niet bepaald tot een doorsnee burger. Hij studeerde kunst- geschiedenis in Nijmegen en leefde een tijd als clochard en hippie in Parijs. Als kind wilde hij al monnik worden. Hij werd Orthodox, heeft in enkele kloosters als novi- ce gewoond en vestigde zich in 1972 in St. Hubert. Met geld uit de erfenis van zijn ouders kocht hij een boerderij en stichtte daarin met de zegen van bisschop Dionisios van Rotterdam het klooster van de heilige profeet Elias. T oen ikhemrond1980 voor het eerst ontmoet- te, vertelde hij over die begintijd: “Ik ben toen een stickie gaan roken met jongeren in een soos inMill. Het klikte goed en zo vond ik de arbeiders voor de inrichting van mijn klooster.” Het werd een heel charmante plaats. De stal werd de kerk en een houten karrenwiel werd de kroonluchter. Deze jongeren, die voor een deel leefden in een commune, behoorden tot zijn eerste parochia- nen. Dit geeft al aan dat hij geen klooster wilde stichten in een Griekse, Russische of Franse sfeer, maar in een Brabantse context. Het geeft ook aan dat hij geen bekrompen moralist was. In 1974werd hij gewijd tot priestermonnik en opge- nomen in het Russisch-orthodoxe aartsbisdom vanWest-Europa onder jurisdictie van het Oecu- menisch patriarchaat van Constantinopel. In 1984 werd vader Pachom tot hegumen (prior) van het klooster gewijd en in 1994 tot archiman- driet. Niet wereldvreemd Het dagelijkse leven in de skite bestond uit drie elementen. Allereerst de liturgische diensten die bij een klooster horen: de uren (voor zover mogelijk), de vespers zaterdagavond en de God- delijke Liturgie (eucharistie) op zondagochtend. Vader Pachom (1935–2007) Eeuwige gedachtenis Begrafenis van vader Pachom vanuit ‘zijn’ Orthodoxe klooster van de Heilige Profeet Elias in zijn woonplaats St. Hubert (bij Mill). (Foto: Arent-Johannes van Sminia)