Jaargang 54 Nummer 5

Pokrof 1 2 moeting nodig en die is niet mogelijk in het milieu van de universele triomf van het idool, bewustzijn dat zich in zichzelf heeft terugge- trokken, wanneer de grens tussen het geschape- ne en Niet-geschapene is vervaagt, wanneer er geen notie van zonde bestaat, wanneer authenti- citeit van het zijn van de gevallen natuur wordt bewezen door ofwel de wetenschappelijke feiten ofwel metafysica. Hoe kunnen we deze cirkel doorbreken? Is dat überhaupt mogelijk? Er zijn interessante gedachten te vinden over de icoon en het idool als twee verschillende ver- schijnselen in het werk van de bovengenoemde theoloog Jean-Luc Marion. Deze komen voort uit het fundamentele gegeven aangaande de icoon, namelijk de verschijning van Christus, het beeld van de onzichtbare God, daar ons de Blik, de Waarheid van het Gelaat wordt gegeven. Idool en icoon worden onderscheiden door heroriëntatie van het bewustzijn, die plaatsvindt in de diepe omvorming van de menselijke geest voor het aan- gezicht van de Levende God. Daarom gaat achter de taal van de icoon in de eerste plaats het aan- zien schuil van een omgevormde persoon die vrede, hoop en gebed tot de Ware Vader heeft gevonden. Het is het licht van het toekomstig Koninkrijk dat al hier op aarde begint. Licht In de Orthodoxe theologie is de icoon een beeld van heiligheid, een spiritueel begin van het zien van een toekomstige tijd, terwijl de kunst van het iconen schilderen is als de kleding van hen die zich voorbereiden om de tempel van God binnen te gaan. Echte kunst is altijd mysterieus, en dat geldt nog meer voor kerkelijke kunst, die doordringt in het Koninkrijk der Hemelen. Toen de restaurateurs aan het eind van de 19e eeuw de eeuwenoude roetlaag op de iconen schoonmaak- ten waren ze verbaasd over de helderheid van de kleuren. De kleur in de icoon is het licht: door de verschijning van de geschapen wereld openbaart zich het Licht, en het ontkrachten van het licht en zijn schoonheid zou het weerleggen van Gods Schepping betekenen, het niet erkennen van het in de schepping doordringende Ongeschapen Licht. Maar om bepaalde redenen komt men ook de visie tegen dat de icoon vanuit het oogpunt van de ascese noodzakelijkerwijs donker zou moeten zijn. Daarom wordt de icoon vaak geschilderd met een bruine waas die blauwe, rode en gele kleuren doffer maakt. Ik was de afgelopen zomer toevallig op bezoek in de abdij van Hauterive in Zwitserland. In hun winkel zag ik de iconen die door één van de monniken vol- gens de Byzantijnse canon waren geschilderd – ze waren zwart! Hoewel ze geschilderd waren vanuit een oprecht religieus gevoel hadden ze totaal geen kleur en dus geen licht, en misten ze dientengevolge het belangrijkste: het getuigenis van het Koninkrijk. Creatief Het tweede probleem dat verbonden is met een icoon is het kopiëren. In de traditie van het icoonschilderen zijn er zogenaamde vastgelegde contouren. Vanwege een foute interpretatie van hun betekenis is het algemene misverstand ont- staan dat het doel van het icoonschilderen is deze precies op de antieke modellen te doen lij- ken. In feite stelt zo’n manier van kopiëren ver- vanging voor, wanneer de schepping van het beeld wordt vervangen door de op een foute manier geïnterpreteerde traditie. Dit is een zaak van kerkelijke traditie. Vanwege bepaalde rede- nen wordt door sommige mensen geloofd dat het volgen van de traditie creatief werk uitsluit. Alsof de canon in zijn essentie het creatieve werk uitsluit, terwijl dit in feite totaal niet waar is. Er wordt vergeten dat waar de Geest aanwe- zig is alles wordt vervuld van vrijheid en liefde. Daarom is waarachtig spiritueel creatief werk uiteindelijk altijd vernieuwend! Marina Vasina De Transfiguratie op de berg Tabor, geschilderd door Rostislav. M. Girvel, 2007. (Foto: R. Girvel)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=