Jaargang 54 Nummer 5

Pokrof 1 1 iconoclasme op als een hernieuwde beleving van de antieke metafysica en het antieke intellectu- alisme in het algemeen, waarbij het beeld stamt uit de sfeer van de zintuigen en daarom geen ver- ering waard is. Het pad naar deWaarheid verliep uitsluitend via intellectuele beschouwing en beeldkunst was op zijn hoogst het beginpunt waarbij het niet gebruikelijk was stil te staan, laat staan het te vereren. Maar desondanks vereert de Orthodoxe Kerk het beeld dat door mensenhanden is gemaakt. Deze verering heeft geen betrekking op het kunstwerk of de afgebeelde schoonheid, maar op de Schepper zelf – de Schepper van de wereld en de mens, die geïncarneerd is in het menselijke lichaam en daardoor zijn Heerlijkheid toonde. Dit was in ieder geval altijd waar voor de Orthodoxe Kerk; het werd tot het Zevende Oecumenische Concilie nageleefd en werd daar- na dogma. De icoon werd in Rusland altijd als heilig beschouwd, gekust en de heilige beeltenis genoemd. Idolatrie Ik zou graag de aandacht willen vestigen op een taalkundige eigenaardigheid: het Russische woord voor ‘kussen’ ( celovanie ) heeft dezelfde wortel als het woord voor ‘geheel’ ( celyj ) dat afgeleid is van het woord voor ‘doel’ ( cel ’). Daaruit volgt dat het aanraken van de icoon kan worden geïnterpreteerd als het aanraken van het geheel, als een heel worden of geheeld wor- den, de heelwording van onze gevallen natuur. De icoon wordt behandeld als een heilig object waar God aanwezig is. Maar het betekent niet dat het object zelf God is - dat zou idolatrie zijn. Een moderne vraag over de icoon die door prote- stantse theologen wordt gesteld, volgt de volgen- de argumentatie: hoe kan God worden vereerd in een door een kunstenaar met de hand gemaakt beeld? Hierbij wordt gesuggereerd dat zo’n beeld uiteindelijk een afgodsbeeld is. Het probleem van de verering van het handge- maakte beeld dient als een serieuze aanleiding om na te denken over de menselijke persoon. Dit is in feite een primaire vraag voor de moderne filosofie. Helaas wordt het antwoord meestal niet gezocht in verbandmet het beeld van God in de mens. Het moet als vanzelfsprekend worden beschouwd dat we om de icoon en iconenvere- ring te kunnen begrijpen ons bewustzijn moeten laten veranderen. Zoals de moderne Franse theoloog Jean-Luc Marion schreef, bestaat het wezen van het idool (afgod) niet in het feit dat het door mensenhanden is gemaakt, maar in het feit dat het aanwezig is in de mens – de afgod is een eeuwig zelfportret van de mens die op zoek is naar God, maar door vergissing de producten van zijn activiteit als God beschouwt. Omvorming Alleen de icoon zelf kan een mens in God omvor- men en de ontmoetingsplek worden met de Schepper. De woorden van de christelijke filo- soof Gabriel Marcel dringen diep door in de betekenis van de verandering in het menselijk bewustzijn en zijn heel precies gericht op het christelijke beeld: “Voor heroriëntatie van het perspectief, voor iets dat een eindeloze ontoerei- kendheid leek om een evenzo eindeloze volheid te worden, is het nodig voor het bewustzijn om met een stevig gebaar van vastberaden omke- ring zichzelf op te offeren in het aangezicht van de Ene die het kan aanspreken in gebed als zijn Begin, Doel en enige Krachtpunt.” Deze omkering heeft de werkelijkheid van ont- Marina Vasina, Orthodox theoloog en directeur van het Iconologisch Instituut in St. Petersburg. (Foto: C. van Dartel)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=