Jaargang 54 Nummer 4

Pokrof 5 Atto ging het om diepte-interviews: veertig tot zestig per land, in één representatieve stad in Zweden én in Duitsland. En de rest volg je op Internet. Er is een heel nieuw aspect, een nieu- we ontwikkeling: behalve een gemeenschap in het echt, heb je nu ook een virtuele gemeen- schap. Dan is er dr. Samuel Moawad, een Kopt die in Münster heeft gestudeerd en zich heeft gespe- cialiseerd in Koptische geschiedschrijving; hij doet een ander deel van het historisch onder- zoek, namelijk de Koptische en Byzantijnse Orthodoxen en de Arabische bronnen. Het kunsthistorisch deel wordt gedaan door dr. Mat Immerzeel. Hij doet kunstgeschiedenis van het christelijke Oosten, binnen het Paul van Moorsel Centre, dat onder de Faculteit van de Letteren valt. Op die manier kunnen we sommige wetenschappelijke vragen over oos- ters christendom zowel vanuit teksten als van- uit kunst beantwoorden.” Wat is de godsdienstige insteek van uw onderzoek? Zit er ook een specifiek theologische reflectie in uw onderzoek? “Dat religie zo’n belangrijke rol speelt, recht- vaardigt dat het onder de theologische faculteit valt. Een voorbeeld: hedendaagse Syrisch- orthodoxen benadrukken hun etnische identi- teit, maar als puntje bij paaltje komt, is ook de religieuze identiteit belangrijk. Dát helder krij- gen, is voor een theologische faculteit interes- sant. De vraag naar de rol van religie in identi- teitsvorming is al tientallen jaren lang van belang. Lag het begin van de Syrisch-ortho- doxen als groep bij een religieuze vraagstel- ling? Óf was er sprake van een etnische tegen- stelling met anderen, zo van: die etnische iden- titeit was een tijdje verborgen en later komt-ie naar boven, onder het etiketje van de in feite niet zo belangrijke theologische kwestie? Bij Syrisch-orthodoxen was er in de vierde eeuw geen sprake van een etnische identiteit. Iedereen sprak Aramees. Als men iemand had gevraagd, bij voorbeeld uit Edessa (stad in Noord-Mesopotamië, cultureel centrum van Arameestalig gebied, red.): ‘Wat ben je?’, dan had deze waarschijnlijk geantwoord: ‘Ik voel mij Edesseen’, of: ‘Ik ben iemand uit die of die omgeving’, maar niet: ‘Ik behoor tot dat of dat volk ’. Er is geen aanwijzing naar boven geko- men van toen bestaande etnische tegenstellin- gen. Pas gaandeweg hebben zich meer kenmer- ken van een etnische gemeenschap ontwik- keld. Welke rol speelt religie bij de ethnogenese ? Die vraag geldt ook voor nu: Welke rol speelt religie in de verandering van identiteit bij migranten? Een goeie theologische faculteit houdt zich daar mee bezig.” Graag wil ik nog even kijken naar de kunsthistori- sche kant binnen het onderzoek? “Ons uitgangspunt bij het Pionierproject was: er is in de wandschilderingen van kerken in Li- banon een stijl die afwijkt van de Byzantijnse kunst en van de kunst van de kruisvaarders. Onze stelling was dat het om Syrisch-ortho- doxe kunst ging. Maar de uitkomst van het onderzoek was dat het niet zo eenvoudig lag. Niet alleen was er kunst van Syrisch-ortho- doxen, maar ook van de de Melkieten, de By- zantijnse of Rum-orthodoxen. En naast islami- tische invloed was er invloed van de kruisvaar- derskunst. In de schriftelijke bronnen, de teksten, vinden we meer de grenzen tussen de christelijke ker- ken en de grens met de islam. Dat is een ideale voorstelling van zaken door de kerkelijke lei- ders. Echter, de kunst vertelt een ander ver- haal: er was ook een lokale identiteit. In de kunst zien we dat men samen in één gebied leeft en lokaal dingen samen deelde, ook al lie- pen daar ook wel scheidslijnen. Melkietische schilders decoreerden Syrisch-orthodoxe kerk- gebouwen en andersom. Identiteit heeft kanten die elkaar tegenspreken of overlappen. Zo leeft de idee: de Assyrische ideologie is er een van buiten de kerk, maar als je gaat kijken is dat niet zo. En men is niet alleen Assyriër, maar bij voorbeeld ook Zweed. In het hoofd komen al die dingen samen. Ik heb hier op mijn computer een schildering van een Syrisch-orthodox uit Zweden. 1 Er staat een Assyrische figuur op, maar ook Christus. En een christelijke kerk in Tur Abdin. Rechts onder een typisch Ottomaanse figuur die ver- wijst naar de genocide in 1915 op – naast de Armeniërs – ook de Syrisch-orthodoxen. In het midden een voetbalstadion; FF Assyriska is een belangrijke club voor Syrisch-orthodoxen in Zweden. En bovenaan loopt de Assyrische vlag over in de Zweedse. Identiteit is niet enkelvou- dig!” Leo van Leijsen 1 N. Atto stootte op het schilderij tijdens haar veldwerk in Zweden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=