Jaargang 54 Nummer 4

Pokrof 4 bij de Syrisch-orthodoxen de hoogste kerklei- der na de patriarch) zijn al heel veel aanwijzin- gen dat Syrisch-orthodoxen zich niet alleen als religieuze groep, maar ook als een etnische zien. Naures Atto heeft hierover een promotie- project gehad, waaraan ze op het moment bezig is de laatste hand te leggen. Dat proef- schrift gaat over hoe Syrisch-orthodoxen in Zweden en Duitsland hun eigen identiteit zien en verstaan. En over hoe hun identiteit, wan- neer je die vergelijkt met de opvatting van Michaël de Syriër en Barhebraeus, anders is geworden. Vanuit de interessante resultaten van Naures Atto’s onderzoek zijn we in ons nieuwe onder- zoek meer nadruk gaan leggen op de vraag welke gedaanteverandering de Syrisch-ortho- doxe identiteit onder invloed van de moderne tijd en de diaspora heeft ondergaan. Belangrijk is dat we in ons project ‘Identiteit en Migratie’ spreken over lévende tradities, heden- daagse! Tot voor kort waren we bezig met his- torische bronnen. En dat doen we nog steeds. Maar in het nieuwe project gaat het ook en vooral over de moderne tijd, over christenen in het Midden-Oosten of die vanuit het Midden- Oosten naar het westen zijn gekomen. Uit het onderzoek van Naures Atto, in feite een pilot-studie (= oriënterend onderzoek, vL), kwa- men verschillende dingen naar voren. De Syrisch-orthodoxen in de emigratie zijn suc- cesvoller dan hun moslimlandgenoten. Dan denk je: ‘Dat komt zeker door religie!’. Maar Syrisch-orthodoxen onder elkaar, diezelfde groep Syrisch-orthodoxen in Nederland, Duitsland en Zweden…, die hebben in Zweden meer succes dan in Nederland. Mensen van dezelfde clans, van dezelfde families, verschil- len in de mate van hun succes afhankelijk van de verschillende samenlevingen waar ze naar toe zijn gegaan. Het kan ook te maken hebben met hoe ze zichzelf zien. Men kan veranderen onder invloed van zijn migratie. Twee groepen zijn door het veelzijdige materiaal dat zij kun- nen bieden uitermate geschikt om het onder- zoek naar de Syrisch-orthodoxen te verbreden. In het nieuwe project kijken we ook naar hen: de Koptisch-orthodoxen en de Rum-ortho- doxen, de Arabische orthodoxen van de Byzantijnse traditie van het patriarchaat van Antiochië. Door de resultaten van Naures Atto te vergelijken met andere groepen als Kopten en Byzantijnen kom je er achter welke factoren er spelen bij identeitsvorming en -verandering. Dat kunnen zijn: het beleid van het gastland; ook het functioneren van de maatschappij van zo’n gastland, en hoe je daar zelf in partici- peert. We willen proberen duidelijk te krijgen hoe ze zich zien in relatie tot hun verleden en tot hun nieuwe omgeving.” U hebt met dit project een prijs of een bijzonder fonds verdiend. “Ja, voor dit nieuwe onderzoek heb ik de European Young Investigator Award gekregen, samen met 25 andere jonge onderzoekers in de EU. Het is een Europees fonds dat goed onder- zoek van jonge onderzoekers steunt. Als ik dat geld niet had gekregen, dan was er geen ver- volgonderzoek geweest na het Pionierproject. Ik had dan wel mijn eigen onderzoek gedaan naar de rol van de bijbeluitleg binnen de Syrisch-orthodoxe identiteitsvorming, maar er waren geen postdocs en aio’s gekomen.” Welke mensen zijn werkzaam in dit project? Wat zijn hun onderzoekstaken? “Voor ons huidige project hebben we Naures Atto, sociaal wetenschapper, in dienst. Na haar promotie zal zij als postdoc aan het pro- ject meewerken. En dan wordt er in oktober nog een sociaalwetenschapper in de vorm van een aio (= onderzoeker die een proefschrift schrijft) aangesteld. Daarmee zullen twee sociale wetenschappers werkzaam zijn in ons huidige project. Verder ben ik projectleider. We werken in een team, maar ik ben wel de verant- woordelijke voor het project als geheel. Ik doe verder een deel van het historisch onderzoek en mede het moderne onderdeel van het pro- ject. Dat laatste is veldwerk, onder mensen in Europa en Noord-Amerika die tot die drie genoemde kerken behoren. Dit veldwerk zullen Naures Atto, de aio en ik doen. Voor mij is dat weer ’s wat anders, reuze spannend. Ik heb goede contacten met de Syrisch-orthodoxe en Koptische gemeenschap- pen in Nederland en met de Syrisch-orthodoxe gemeenschap in Toronto, Canada. Zij hebben veel interesse in dit onderzoek en willen graag meewerken. Ze zijn buitengewoon gastvrij. Voor het veldwerk hebben we uitgekozen: Nederland, Zweden, Duitsland en Frankrijk, en voor het contrast: de VS óf Canada. In eerste instantie dachten we aan de VS, maar ik heb in Canada betere contacten. We moeten zien wat het gaat worden. Bij dat veldwerk kun je niet iedereen spreken. In het onderzoek van Naures

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=