Jaargang 54 Nummer 3

POKROF 5 van Midyat, zeg maar de hoofd- stad van Tur Abdin. Dit zijn van oorsprong handelaren en ambachtslieden. Doordat zij als eersten in Turkije met politieke onrust werden geconfronteerd, konden ze als eerste het land verlaten. Velen verkochten win- kel en werkplaats. Dit in combi- natie met hun handelsvaardig- heden verschafte hun een gunstige uitgangspositie voor integratie in Zweden. Dit land bood hun bovendien snel een verblijfsstatus, in tegenstelling tot Nederland. De Suryoye in Nederland, afkomstig uit de klei- nere dorpen in Tur Abdin, waren in de regel boeren, die bovendien halsoverkop moesten vluchten, have en goed achterlatend. In Nederland werden ze vervolgens geconfronteerd met een jaren- lange asielstrijd die culmineerde in de bezetting van de Sint Janskathedraal in Den Bosch op Goede Vrijdag 1979. Door deze gebeurtenis raakten de Suryoye in de media bekend als ‘Kerk- Turken.’ Veelkleurig beeld Het beeld dat bij vertegenwoor- digers van de locale autoriteiten overheerst, is veelkleurig. Sury- oye vormen een hechte gemeen- schap met een sterk besef van eigenwaarde en trots. Bloeiend ondernemerschap, een sterk eigen netwerk met veel overle- vingsbronnen ook buiten Zwe- den. Veel inspanningen om hun eigen cultuur te handhaven. Maar ook spanningen die met acculturatie en integratie te maken hebben. Bijvoorbeeld de jonge vrouwen die Zweedse stan- daarden overnemen en sterk gericht zijn op een ideologie van gelijkheid en gelijkwaardigheid. Drinken, roken, uitgaan, vriend- jes en daardoor conflicten met ouders. Maar ook veranderingen in de man-vrouw-verhouding. Internationale gemeenschap Boeiend is om ook in Södertälje vast te stellen hoe internationaal de Suryoye-gemeenschap is geo- riënteerd. Dat blijkt ondermeer uit de familieverhoudingen, maar ook uit de aard van de bedrijvigheid. Suryoye hebben een eigen vorm van etno-marke- ting geïntroduceerd, waarbij bronnen van de eigen gemeen- schap worden ingezet. Robil Haidari, pr-manager van FC-Assyriska, de voetbalclub: “We voeren een uitgekiende marketingstrategie. Onze spon- soren, grote bedrijven uit Södertälje, worden gesteund door Suryoye-bedrijven. Deze ‘passieve partners’ zijn natio- naal: vaak kleine bedrijven met een Suryoye-achtergrond (ook in Göteborg) die bij onze grote sponsors kopen.” Het is een cre- atief voorbeeld hoe je de kracht van een migrantengemeenschap kunt inzetten in een marketing- strategie. In Södertälje vormen ze met 20% van de bevolking een maatschappelijke macht. In de toekomst wordt via deze kanalen ook naar Europese en Ameri- kaanse sponsors gezocht. Deze aanpak wordt opgenomen in de marketing van Södertälje en kan leiden tot een versterking van de eigen organisatie. Naast FC-Assyriska draagt Su- royo TV bij aan de internationale bekendheid van de aanwezigheid van Suryoye in Södertälje. Deze bekendheid op zich heeft een aanzuigende werking op christe- nen die elders in de wereld in de klem dreigen te raken. Zodoende ook de aankomst van ruim 4.000 christelijke Irakezen in korte tijd. Ondernemerschap Suryoye hebben een voorkeur voor zelfstandig ondernemen. Zij noemen dit zelf erfelijk, maar het zou ook te maken kunnen hebben met discriminatie op de arbeidsmarkt. Er is in de tijd wel het nodige veranderd in de structuur van de eigen bedrij- ven. Men begon in de eerste fase met familiekapitaal en dat werd een succes. De familiebanden zijn echter losser geworden; de mensen ervaren minder ver- plichtingen. Wel overheerst de mening dat ondernemen in familieverband tot een betere spreiding en/of vermindering van risico’s leidt: er is immers familiekapitaal achter de hand. 75% Van de werkende Suryoye zou eigenaar van of shareholder in een eigen bedrijf zijn. Dit wil niet zeggen dat Suryoye die werkzaam zijn bij een firma, getalsmatig in de minderheid zijn. Ook werknemers kunnen investeren in een familiebedrijf of met een familielid aandelen hebben in een firma. Het jaar van het zwaard, de ‘Seyfo’ In de gesprekken met aartsbis- schop Mor Julius Abdullahad Shabo in Södertälje viel me op dat de genocide (de ‘Seyfo,’ het jaar van het zwaard, verwijst naar de volkerenmoord tijdens de nadagen van het Ottomaanse rijk in de periode tussen 1900 en 1920) steeds meer centraal komt