Jaargang 54 Nummer 3

POKROF 18 schillende Syrisch-orthodoxe pa- rochiekoren van Nederland ko- men, wordt begeleid door enkele instrumenten. Eucharistie en inthronisatie De dienst begint met de God- delijke Liturgie, de eucharistie, die ruim een uur duurt. Net vóór de afsluiting daarvan, vindt de eigenlijke installatie plaats. Deze synthroniso kent gebeden en hymnen. Er wordt op een vrije manier uit de orde van dienst gekozen: sommige afgedrukte gezangen slaat men over, andere zingt men extra, hoewel ze niet in het uitgedeelde liturgieboekje zijn opgenomen. Liturgie is bo- venal een levend gebeuren! De teksten zijn mooi, in hun haast archaïsche verhevenheid: «Kom in vrede, o onze eerbied- waardige vader en waarlijk emi- nente herder. Bezoek de kudde die u is toevertrouwd, precies zoals eens aan de grote Petrus. […]» «Gezegend zij uw kudde, o onze vader, want zij werd waardig uw stem te horen en uw eminente gezicht te zien. Moge uw kudde gezegend worden door uw gebe- den en vol vreugde en blijdschap Hem eer brengen die u gekozen heeft, o onze vader, vol verheven schoonheid.» «o, Heilige gelovige Kerk, jubel het uit en verblijd u in de ijverige herder en zorgdragende pastor, die is gekozen en bekend ge- maakt door de H. Geest. Ver- heerlijk de Heer, dank Hem en zegen Hem in de eeuwen der eeu- wen.» Door enkele bischoppen en ande- re geestelijken worden dan de bijzondere gebeden voor de nieu- we bisschop gezongen, steeds beantwoord door de zangers. En daarna is er in het Engels en in het Syrisch een lezing uit de Eerste Brief aan Timoteüs, die voor een groot gedeelte over de ‘episkopos’ gaat, letterlijk toe- zichthouder en vaak vertaald met ‘bisschop’. De vermaning dat de episkopos de man van één vrouw moet zijn (I Tim 3: 2) en dus als gehuwd verondersteld mag wor- den, is aan de Syrisch-orthodoxe traditie niet besteed. Want na enkele eeuwen christendom heb- ben alle toenmalige kerken, dus ook de Syrisch-orthodoxe, de tra- ditie ingesteld dat de bisschop een celibatair moet zijn. Die tra- ditie heeft men tot op heden bewaard. Professor Sebastian Brock uit Oxford, syroloog en leermeester van de nieuwe bis- schop, leest het eerste deel van de Engelstalige epistellezing. De bisschop zelf leest het evangelie Voorgeschiedenis Syrisch-orthodoxe diocees Nederland • 1968: Eerste Syrisch-orthodoxen uit Tur Abdin (Zuid-oost-Turkije) als gastar- beiders in Twente. • Vanaf 1975: Syrisch-orthodoxe asielzoekers vanuit Turkije naar Nederland. Raban Yohanna Ibrahim uit Syrië - de huidige aartsbisschop van Aleppo, Mor Gregorios - is de eerste priester die in Nederland onder hen pastoraal actief is. • 1977: Stichting Syrisch-orthodox diocees van Midden-Europa (Duitsland, Benelux, Frankrijk, Oostenrijk, Zwiterland), o.l.v. monnik Yeshu` Çiçek (*1942, Tur Abdin) • 1977, 1979: Benoeming resp. wijding van Yeshu` Çiçek, onder de naam Mor Julius, tot metropoliet van bovenstaand aartsbisdom, vanaf 1981 zetelend in het Syrisch-orthodoxe Sint-Efremklooster te Glane (gem. Losser). • Vanaf 1984: Syrisch-orthodoxe migranten vanuit Syrië en Libanon. • 1996: Van het oorspronkelijke aartsbisdom Midden-Europa wordt om organi- satorische redenen Duitsland als een zelfstandig aartsbisdom onder een eigen metropoliet afgesplitst (2006 uitgesplitst in drie patriarchaal-vicariaten). • 2005, 29 oktober: dood van Mor Julius. • 2006: Het aartsbisdom van Midden-Europa en de Benelux wordt uitgesplitst in drie patriarchaal-vicariaten. Een patriarchaal vicaris (= plaatsvervanger) bestuurt namens de patriarch een bepaald bisdom. Hierdoor krijgen bisdom- men een sterkere binding aan het patriarchaat van Antiochië te Damascus dan een aartsbisdom heeft. Naast België-Frankrijk en Zwitserland-Oostenrijk wordt Nederland eveneens een patriarchaal-vicariaat onder een eigen metropoliet. De nieuwe bisschop bij de kathedraal in Glane, net vóór de inthronisatie- dienst. (Foto: © G. Acis)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=