Jaargang 54 Nummer 2

sias, de opstanding en het leven. Zonder dat geloof blijven men- sen steken in de weeklacht om het ondervonden leed, zoals Maria. Verdriet krijgt dan de kans om te stollen en in de weg te staan, om de mogelijkheid op nieuw leven uit te sluiten. Het vraagt nogal wat om door ver- driet, lijden en onmacht heen, in ons persoonlijk leven maar ook in het leven van anderen - dichtbij en ver weg - het perspectief op leven en toekomst te blijven zien en niet te verdrinken in de duis- ternis en ermee ten onder te gaan, tot in de Hades. Maar door- leefd verdriet, tot op de bodem, kent ook een tegenkracht, zo maakt dit verhaal duidelijk. In psalm 23 wordt dat aldus ver- woordt: “Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods, kwaad zou ik niet vrezen” 2 . Voor wie gelooft is de dood het einde niet. Jezus zelf is de mens tot POKROF 14 opstanding en nieuw leven, niet alleen de hoop die in ons leeft, maar ook het geloof dat ons drijft. Wie in dat geloof blijft, ondanks het lijden, bevestigt de verbon- denheid met de God die leven schenkt, over de dood heen. Het einde van het verhaal draagt de dreiging in zich van het nade- rende einde van Jezus. Het zal niet lang meer duren voordat Hijzelf de dood zal vinden. Zo vormt het verhaal van Lazarus een voorafschaduwing van de dood en de opstanding van Jezus zelf. Met Pasen vieren we de ver- rijzenis van Christus, die met name in het christelijk Oosten haast paradoxaal wordt uitge- drukt door zijn ‘nederdaling ter helle’ (zie icoon op cover). De verrijzenis-icoon vormt een uit- drukking van Jezus’ overwin- ning op de dood. Jezus is op deze icoon omgeven door een mand- orla, een rond of ovaal aureool, Als mens hebt Gij gehuild, * Gij hebt gebeden tot de Vader. * Gij hebt die Gij liefhad: * Lazarus, al drie dagen dood, * geroepen en doen opstaan * uit de Hades, Heer. * Daarom roepen wij tot U: * ‘Neem aan de lof, o Christus God, * die wij zo vrij zijn U te brengen * en maak ons allemaal * uw grote heerlijkheid waardig. [Deel uit hymne, Lazaruszaterdag, vert. uit Grieks: L. van Leijsen] dat met name voorkomt op Christus-voorstellingen na zijn Verrijzenis. Deze mandorla is een symbool van de goddelijke heerlijkheid. Met een Schriftrol in de ene hand, tilt Jezus met de andere hand Adam, symbool voor de gehele mensheid, uit het graf om hem tot leven te bren- gen. Het verhaal van Lazarus laat zien dat het door het geloof in Jezus als de messias mogelijk is door de dood heen tot nieuw leven te worden opgewekt. “Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods, kwaad zou ik niet vrezen”. Hanneke Arts-Honselaar De theologe Hanneke Arts-Honse- laar promoveerde op een proef- schrift over Hadewijch en is mede- werkster publiciteit van de Katho- lieke Vereniging voor Oecumene. Ze werkt mee aan de totstandko- ming van het tijdschrift Pokrof. 2 Willibrordvertaling, Katholieke Bijbel- stichting, Boxtel, 1975

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=