Jaargang 54 Nummer 2

POKROF 8 politieke en religieuze leven van de inwoners uitdagend en boei- end bleef. Het was in zo’n perio- de dat de bovengenoemde wet over de godsdienstvrijheid in het leven werd geroepen. De Augs- burgse Confessie uit 1555 met haar principe ‘cuius regio, eius religio’ (de bevolking hangt de confessie van de vorst aan) liep ver achter op het Transylvaanse model. In 1568 werden de vier Hongaarse en Saksische religies (rooms-katholicisme, luthera- nisme, calvinisme en unitaris- me) erkend. Alleen van deze vier; de Roemenen hadden namelijk geen parlementaire vertegen- woordigers. Niettemin werden ook de Orthodoxen getolereerd. Het is moeilijk om de situatie van de zestiende eeuw met he- dendaagse normen en waarden over mensenrechten te vergelij- ken; toch blijft dat edict een uni- cum in de geschiedenis, ondanks het feit dat de wereld buiten Transylvanië er weinig of niet bij stilgestaan heeft. Tot nu toe werd er veel gezegd over Hongaren en Saksen, die vandaag minderheden zijn in Transylvanië. De oecumenische kwestie onder Hongaren is opge- lost met het bestaan van een sterke Hongaarse identiteit, die confessionele verschillen over- brugt. Roemenen en Roemenen De problematiek van de oecume- ne onder Roemenen, die vandaag de grootste etnische groep vor- men in Transylvanië, is niet zo eenvoudig. Daar speelt ook het vraagstuk van het bouwen en onderhouden van een sterke nationale identiteit een zeer be- langrijke rol. Het probleem be- gint echter met sommige uit- spraken die de Roemeense nati- onale identiteit en de Orthodoxe identiteit als één en onscheid- baar beschouwen. Anders ge- zegd: Roemeens zijn betekent Orthodox zijn. Het grootste reli- gieuze conflict bestaat daarom tussen Roemenen die Grieks- katholiek zijn en Roemenen die Orthodox zijn. Het bestaan van de Roemeense Grieks-katholieke kerk (Biserica Româna Unita cu Roma din Ardeal, ‘de met Rome verenigde Roemeense Kerk in Transylva- nië’) gaat terug op de bekerings- beweging van de jezuïeten tij- dens de contrareformatie. De (re)katholisering van de Roe- menen in Transylvanië valt samen met het begin van de regering van de Habsburgers. In 1698 heeft de Roemeense metro- poliet uit Alba Iulia (Gyulafe- hérvár), op initiatief van een jezuïet, een synode bijeengeroe- pen, waar de criteria voor een mogelijke unie met Rome vast- gesteld werden. Onder andere vroegen ze om het recht om de oosterse liturgie te behouden, het gebruik van de juliaanse kalender en het recht om hun eigen bisschoppen te kiezen. Vervolgens vond de unie in 1700 plaats. Degenen die voor de unie kozen, hebben de materiële en financiële voordelen van de unie onderstreept als de enige moge- lijkheid tot ontwikkeling en vooruitgang van het Roemeense volk. Het document van de unie formuleerde de wens van de Roemenen om “opnieuw” bij Rome te horen als goddelijke lei- ding. Aan de ene kant onder- streepten ze het feit dat ze alles geloven wat de Rooms-katholie- ke Kerk gelooft, in het bijzonder de vier punten die hen eerder van elkaar hadden gescheiden (het primaat van de paus, de leer van het vagevuur, het filioque en het soort brood voor de eucha- ristie). Aan de andere kant spra- ken ze hun wens uit om op basis van de unie dezelfde rechten te krijgen als de clerus van de Rooms-katholieke Kerk. Het do- cument van de unie werd door de metropoliet van Alba Iulia en vele Roemeense priesters na- mens de hele Roemeense clerus ondertekend. Het eerste onaf- hankelijke Grieks-katholieke diocees in Transylvanië ontstond in 1721 met de toestemming van paus Innocentius XIII. Na de Unie van Alba Iulia hield de Roemeense Orthodoxe Kerk in Transylvanië officieel op te bestaan. De Orthodoxe religie in Transylvanië kreeg zelfs de ‘geto- lereerde’ status niet; vervolgin- gen begonnen. Roemenen uit Banat probeerden Transylvaanse Roemenen opnieuw Orthodox te maken. Rond 1744 keerde een groot deel van de Transylvaanse Roemenen terug naar de Ortho- doxie. In 1758 heeft Maria The- resia hun de status van getoler- eerden gegeven. Roemeense Orthodoxen in Transylvanië kre- gen pas in 1848 voor de eerste keer in de geschiedenis gelijke rechten. Nadat de communisten aan de macht zijn gekomen in 1947, hebben ze als een van hun eerste handelingen de Grieks-katholie- ke Kerk in Roemenië (Transyl- vanië) verboden. Dit was ener- zijds gedaan naar Sovjet model, maar anderzijds ook (en dat was belangrijker!) was het dé maatre- gel om nationale eenheid onder ( (

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=