Jaargang 54 Nummer 1

POKROF 6 Koerdische regering samenwer- ken. De ADM heeft nog twee leden in het nieuwe parlement, waar ze zich kritisch opstellen ten aanzien van samenwerking met de Koerdische overheid. Men moet erkennen dat de huidi- ge christelijke politici al veel gerealiseerd hebben voor hun christenen op het gebied van onderwijs, huisvesting en infrast- ructuur. Ze proberen ook een oplossing te vinden voor de talrij- ke conflicten tussen Koerden en christenen over grondeigendom. Gedeeltelijk gaat het hier om oudere, nog onopgeloste ruzies tussen (vaak zelf gedeporteerde of ontheemde) Koerden die christe- lijke dorpen geconfisqueerd heb- ben; de recente christelijke emi- gratie naar Koerdistan heeft nieuwe ruzies doen ontstaan. Wat betreft hun houding ten aan- zien van een christelijke Atra- menen deze politici dat deze het best onderdeel zou zijn van de Koerdische regio. Ze verwachten dat de erkenning van de moge- lijkheid hiervan in de nieuwe Koerdische constitutie (die nu besproken wordt) geen probleem zal opleveren. Een dergelijke the- oretische erkenning lost evenwel niet het probleem op dat het gebied dat naar de mening van de meeste observatoren het eigenlij- ke thuisland vormt, momenteel buiten de Koerdische regio valt en onder sunnitisch bestuur res- sorteert. Op deze manier wordt de discussie over een christelijke Atra- tevens een discussie over de uitbreiding van de Koerdische regio, en wel in de richting van de oliestad Kirkuk, en bestaat het gevaar dat christenen een speel- bal worden van bepaalde politieke aspiraties van Koerdische leiders. Tegenstemmen Niet alle christenen zijn daarom gecharmeerd van samenwerking met de Koerdische autoriteiten en, onder verwijzing naar een gebrek aan harmonie gedurende eeuwen van ‘samenleving’, twij- felt men aan de oprechtheid van hun bedoelingen. Men wijst ook op de incidenten tijdens de ver- kiezingen van januari 2005, toen talrijke christenen van een aantal dorpen in de “ Atra- -regio” niet hebben kunnen stemmen door manoeuvres van Koerdische poli- tici. Een christelijke autonome regio zou in de optiek van deze critici eerder een plaats moeten hebben binnen de federale staats- structuur. Het is een stem die vooral verdedigd wordt - ook op de internationale politieke scène - door een aantal leden van de ADM en al-Rafidayn , die op fede- raal niveau politiek actief zijn. Voor deze politici is het een uit- daging de idee van een zelfstandi- ge Atra- (eventueel, en realistisch gezien, waarschijnlijk in samen- werking met andere minoritei- ten, zoals de Turkmenen) te laten goedkeuren door een nationaal parlement. De aanslagen van de afgelopen jaren maken de verzuchtingen naar een eigen thuisland begrij- pelijk: een gebied waar je in vrij- heid jezelf kan zijn. In afwach- ting daarvan is de Koerdische optie een alternatief. Waarne- mers uit kerkelijke kringen wij- zen echter op de keerzijde: het gevaar van gettovorming. Chris- tenen vindt men in alle regio’s van Irak en alle lagen van de samenleving. Het oprichten van een eigen, autonoom gebied houdt het risico in dat christenen in andere delen van Irak niet meer welkom zouden zijn en gedwongen zouden zijn te leven in een regio die maar beperkte economische mogelijkheden zou hebben. De discussie is nog niet gesloten. De christenen van Irak verdienen van hun westerse geloofsgenoten steun bij hun pogingen een christelijke presentie in hun land - hun thuisland - niet op te geven. Zonder daarbij de duizen- den vluchtelingen te vergeten in Damascus of in Amman Herman Teule Herman Teule is directeur van het Instituut voor Oosters Christendom (Radboud-Universiteit, Nijmegen) en auteur van een werk over de christenen van Irak, Les Assyro- chaldéens 1 . 1 Les Assyro-chaldéens verschijnt voor- jaar 2007 in de serie Fils d’Abraham (Brepols, Turnhout). Kaartje van Irak, met in het uiterste noorden de regio waar wellicht een vrij thuisland voor Iraks autochtone christenen, Atra- , zou kunnen worden gecreëerd.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=