Jaargang 54 Nummer 1

POKROF 5 te winnen werd als gemeen- schappelijke naam voor de eigen taal die veel christenen nog spre- ken, “Syrisch” voorgesteld, om- dat de Syrisch-orthodoxen hun taal liever niet Assyrisch noe- men. Tot grote tevredenheid van de ADB werden beide benamin- gen aanvaard door het comité dat belast was met het opstellen van een nieuwe grondwet. In de voor- lopige versie daarvan (goedge- keurd in juni 2004) werd dan ook gesproken over de “administra- tieve, culturele en politieke rech- ten van de Chaldeeuws-Assyri- sche (= alle) christenen”, hetgeen de Zow c a- interpreteerde als een eerste stap op weg naar hun thuisland. De eenheid onder de christenen was echter maar op- pervlakkig en bros. De verkiezin- gen van januari 2005 lieten een verdeeld christendom zien, met een veelheid aan christelijke par- tijtjes of christenen die opkwa- men voor andere, vaak Koerdi- sche partijen. De voornaamste taak van het nieuwe parlement was het voorbereiden van een definitieve grondwet. De tekst hiervan (goedgekeurd oktober 2005 per nationaal referendum) was dan ook wat de positie van de christenen betreft een stap terug: er wordt gesproken over de “ad- ministratieve, culturele, politie- ke en educatieve rechten” van de Chaldeeërs én de Assyriërs, alsof het nu over twee verschillende bevolkingsgroepen zou gaan, zo- als ook bijvoorbeeld de Turkme- nen (een aan de Turken verwante etnische groep, red.) recht heb- ben op hun eigen instellingen. De daarop volgende verkiezingen (december 2005) boden weer hetzelfde beeld van verdeeldheid: de partij al-Rafidayn (“Mesopo- tamië”) - de enige christelijke partij, in feite een voortzetting van de ADB - behaalde één zetel binnen een parlement van 275 zetels. Drie andere christelijke parlementsleden verdedigen de belangen van andere, vooral Koerdische partijen. Recente aanslagen De afgelopen drie jaar hebben talrijke aanslagen plaatsgevon- den op christelijke instellingen, kerken en personen. Vooral Mo- sul en Bagdad zijn zwaar getrof- fen plaatsen. De laatste maanden zijn verschillende priesters ge- kidnapt, vermoord of tegen los- geld vrijgelaten. Het trieste hoogtepunt is wel de onthoofding van de Syrisch-orthodoxe pries- ter Bulos Iskander in Mosul (ok- tober 2006). In delen van Mosul heerst een anti-christelijke stem- ming, gevoed door de prediking van bepaalde imams. In Bagdad vrezen sommigen de groeiende invloed van fundamentalistische sji`ietische stromingen. De be- faamde theologische faculteit Babel in Bagdad is gesloten en overgebracht naar Erbil in Koer- distan. Het gevolg van dit alles is een enorme exodus van christe- nen. Wie het betalen kan, ver- trekt naar het buitenland, Am- man of Damascus, als spring- plank naar het westen. De reali- teit is dat vooral Amman voor veel Iraakse christenen een per- manente verblijfplaats is gewor- den, vaak in erbarmelijke om- standigheden. Anderen trekken naar het noorden van Irak, naar de strook land ten noord-oosten van Mosul, waar zich een aantal min of meer homogeen christe- lijke dorpen bevindt - het gebied dat sommigen als de toekomstige Atra- beschouwen - of naar de regio die onder het gezag staat van de Koerdische Regionale Regering en welke traditioneel ook een vestigingsgebied van de christenen is, die evenwel om economische redenen zich de laatste jaren (vanaf 1945) in toe- nemende mate in Bagdad of Basra geïnstalleerd hebben. Dit stelt de vraag of Noord-Irak een safe haven (veilige haven) kan zijn voor de christenen én naar het samenleven van de Koerden en christenen in het algemeen. Koerdistan Zoals boven reeds gesteld, sinds de oprichting van een autonome regio Koerdistan in 1991 heeft vooral de Zow c a- een belangrijke rol gespeeld in het verkrijgen van een aantal culturele en politieke rechten voor de christenen. In het Koerdische parlement van 105 leden, gekozen in 1992, ver- kregen de christenen niet min- der dan 5 zetels (waarvan vier voor Zow c a- ), een groter aantal dan men numeriek (50.000 chris- tenen) mocht verwachten. Vooral het feit dat de overige 100 zetels gelijk verdeeld waren tussen de PUK van Talabani en de KDP van Barzani, de twee rivaliserende Koerdische leiders, bewerkte dat de christenen hun politieke invloed konden laten gelden. Bij de verkiezingen van 30 januari 2005 zijn niet minder dan vier christelijke partijen opgekomen. Samen hebben ze vijf zetels in de wacht gesleept (op een totaal van 111 parlementsleden). De nieuw geïnstalleerde regionale regering telt zelfs drie christelijke minis- ters, die evenwel Koerdische par- tijen vertegenwoordigen of chris- telijke partijen die nauw met de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=