Jaargang 54 Nummer 1

Dromen van een eigen plek Christenen in Noord-Irak POKROF 4 De droom van christenen over een vrij Atra- , thuisland, betreft een min of meer autonome regio ten noordoosten van Mosul, de zogeheten ‘vlakte van Nineveh’, waar christenen zelf verantwoor- delijk zouden zijn voor het vrij- waren van hun administratieve, godsdienstige en culturele rech- ten. Christenen zijn in Irak niet zomaar een minoriteit. Mijn ver- taling van Atra- door ‘thuisland’ is niet toevallig. Ook naar eigen aanvoelen behoren zij tot de oor- spronkelijke bewoners van het land en hebben ze daarom alleen al recht op een eigen plek in plaats van gedoogd te worden als een minderheid. De hartstocht waarmee sommigen de laatste maanden proberen te vechten en te lobbyen voor deze Atra- , is veel- zeggend voor hoe men aankijkt tegen het samenleven met de an- dere bevolkingsgroepen van Irak. Grondwet en laatste verkiezingen Na de val van Saddam Husein (2003) heerste er onder de chris- tenen een zeker optimisme met betrekking tot een nieuwe toe- komst. Een van de eerste zaken die de christenen zich realiseer- den, was dat het nodig was de tra- ditionele confessionele en kerke- lijke tegenstellingen te overbrug- gen. In plaats van naar buiten te treden als Chaldeeuwse, Syrisch- orthodoxe, Assyrische christe- nen, enzovoorts nam een aantal politieke leiders het initiatief na te denken over een gemeen- schappelijke benaming waarin de grote meerderheid van de au- tochtone christenen zich zou kunnen herkennen. Dit initiatief ging vooral uit van de Assyrische Democratische Beweging (ADB), in het Syrisch (of Assyrisch, zoals sommigen zeggen) kortweg aan- geduid als de Zow c a- , de “Bewe- ging”. De ADB was in 1979 opge- richt als een oppositiepartij tegen Saddam, welke opkwam voor de eigen culturele en etnische rech- ten van het christelijke “Assyri- sche volk” tegen de arabiserings- politiek van de Iraakse overheid. In de jaren tachtig zijn verschil- lende van hun leiders door Sad- dam terechtgesteld. Na het uit- roepen van een autonome Koer- dische regio in Noord-Irak op het einde van de Golfoorlog van 1991 heeft de Zow c a- binnen Koerdi- stan een belangrijke politieke rol gespeeld en veel gerealiseerd op het gebied van onderwijs (in het Syrisch) en in lokaal bestuur. In oktober 2003 bereikten de christenen een compromis over een gemeenschappelijke naam; deze zou luiden: “Chaldeeuws- Assyrisch”, een benaming waarin vooral de leden van de met Rome verbonden Chaldeeuwse Kerk (de grootste kerkgemeenschap in Irak) en de ‘Nestoriaanse’ moe- derkerk zich konden herkennen. Om ook de Syrisch-orthodoxe en de Syrisch-katholieke christenen Bij alle overvloedige berichtgeving over Irak in de pers wordt de christelijke bevolking (naar schatting 300.000, of minder, op een totaal van 28 miljoen) van dit land vaak niet genoemd. Zelfs de recente kidnapping van een aantal priesters krijgt nauwelijks aandacht en nog veel minder is dit het geval voor de soms dramatische exodus van veel christenen uit het zuiden van het land naar de relatief veilige Koerdische regio of naar Jordanië en Syrië. In deze bijdrage probeert Herman Teule een schets te geven van de laatste politieke ontwikkelingen in Irak voor zover ze van belang zijn voor de positie van de christenen. Tevens gaat hij in op hun droom van een vrij Atra- . In de Noord-Irakese stad Mosul, die buiten het autonome Koerdistan ligt, loopt een Assyrische Apostoli- sche bisschop op de puinhopen van vernielde kerkelijke gebouwen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=