Jaargang 53 Nummer 5

POKROF 11 De oorspronkelijke taal van Siirt is Arabisch, en niet Turks of Koerdisch. Je hoort het Arabisch nog volop in de straten en niet alleen bij de oudere bevolking. Siirt is gedurende vele jaren tevens een stad geweest met een tamelijk belangrijke christelijke bevolking, voor een groot gedeel- te Armeens, maar tevens ook ‘nestoriaans’ (Oost-Syrisch) en vooral vanaf de 17e eeuw Chal- deeuws, dat wil zeggen ‘Oost- Syrisch’ maar verbonden met Rome. Uit berichten van reizi- gers weten we dat in de 19e eeuw ongeveer een derde van de bevol- king (totaal: 15.000) van Siirt christelijk was, een gemeenschap dus van 5.000 personen. Rond Siirt was er ook een aantal chris- telijke dorpen. In de stad waren er verschillende kerkgebouwen; de Chaldeeërs hadden er in de 19e eeuw een kathedraal ge- bouwd. De bisschop woonde van- af die tijd in Siirt en niet meer in het buiten de stad gelegen Sint Jakobsklooster. Centrum van Oost-Syrisch christendom Al in de 9e eeuw lezen we in zowel islamitische als christelij- ke bronnen over het bestaan van een bloeiend klooster in de nabij- heid van de stad. De patroonhei- ligen waren aanvankelijk St. Hwisha en St. Jakob. Omdat Hwisha in het Syrisch ‘kluize- naar’ betekent, werd het klooster later bekend als dat van Mar Ja`qub Hwisha, ‘Sint Jakob de Kluizenaar’. Er zouden rond het jaar 1000 niet minder dan 400 monniken gewoond hebben. Uit het befaamde ‘kloosterboek’ van de hand van de islamitische auteur al-Shabushti (9e eeuw) blijkt dat de moslims graag het klooster bezochten evenals de prachtige en vruchtbare tuinen die er omheen lagen. Na de inval- len van de Mongolen (13e eeuw) lijkt de bloeiperiode voorbij, maar vanaf de 17e eeuw wordt na de vestiging van een Chaldeeuw- se gemeenschap in het nabijgele- gen Diyarbakir het klooster nieuw leven ingeblazen en wordt het zelfs lange tijd de zetel van de lokale bisschop. We weten dat het klooster een belangrijke bibliotheek had met een uitge- breide collectie Syrische hand- schriften (minstens enkele hon- derden). Het gaat vooral om traditionele liturgische en theo- logische werken. De nieuwe con- tacten met Rome echter lieten ook hun sporen na: we vinden in de bibliotheek ook een aantal westerse theologische en spiritu- ele geschriften, vertaald uit het Latijn in het Arabisch en vandaar in het Syrisch. Vooral via Noord- oost-Syrië, waar zich een aantal Europese missionarissen ophield, onderhielden de christenen van Siirt contact met hun Europese geloofsgenoten. In de 19e eeuw raakten klooster en bibliotheek in verval. Na de Van 12 tot 14 september jl. organiseerde de Tigris-Universiteit van Diyarbakir (Turkije) in samenwerking met het stadsbestuur van Siirt een symposium over deze laatstgenoemde stad. Siirt is gelegen in Oost-Turkije, in een regio die door de grootse irrigatieplannen van de Turkse regering (GAP, ‘Zuid-oostelijk Anatolië Project’, de bouw van een stuwdam) een welvarende toekomst tegemoet mag zien. Het symposium besteedde onder meer uitgebreid aandacht aan de geschiedenis van Siirt, zowel in de pre-Ottomaanse periode als onder Ottomaans bestuur, en natuurlijk aan de ontwikkelingen van de stad in het moderne Turkije. Herman Teule was uitgenodigd om op dit symposium een voordracht te houden over het christelijk verleden van de stad. In dit artikel gaat hij ook in op dit christelijke verleden (waarbij hij zich vooral beperkt tot de Chaldeeuwse gemeenschap), op de gebeurtenissen in 1890 en 1915 en, tot slot, op het symposium zelf. Ruïne Jakobsklooster bij Siirt. (foto: H. Teule). Een congres in Siirt Enkele persoonlijke impressies

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=