Perspectief 2021-54

2021-54 Niets boven de liefde tot Christus stellen 23 naar Mozes maar ook zijn rede tot de volgelingen die Antonius ondertussen gekregen had en waarmee hij de woestijn zal gaan bewonen. De kern van Antonius woorden is: ‘niets boven de liefde tot Christus stellen’ (RB 72,11) 6 . Enkele eeuwen later zal Benedictus van Nurcia, de monnikenvader van de westerse kerk, deze woorden van Antonius een plaats geven in zijn Regel voor de sterkste soort van monniken, de cenobieten. Zij die in een gemeenschap leven onder een regel en een abt. Christus is daarmee de grootste inspiratiebron voor het religieuze gemeenschapsleven. De liefde tot Christus verwijst op de allereerste plaats niet naar de liefde van de monnik voor Christus maar naar Christus liefde voor de monnik. In Zijn liefde heeft Christus de monnik geroepen tot een leven in gemeenschap, zoals Christus zelf zijn leerlingen tot de gemeen- schap van de eerste leerlingen geroepen heeft. Naast Christus is de gemeenschap van de apostelen de volgende inspiratiebron van het religieuze gemeenschapsleven. De religieuze gemeenschap is een gemeenschap van gedoopten die Jezus willen navolgen naar het voorbeeld van de eerste leerlingen die één van hart en ziel waren, alles gemeen- schappelijk bezaten en trouw bleven in het gebed en in het breken van het brood. Een gemeenschap waarin het dubbele gebod van de liefde centraal zou staan. Een gemeen- schap die haar inspiratie put uit het beeld van het ene lichaam met haar verschillende ledematen. Voor de cisterciënzers uit de 12 e eeuw zou het de aanleiding zijn om het ge- meenschapsleven de school van de liefde te noemen waarin de religieuzen door hun specifieke leefwijze één worden met God en met elkaar. De gemeenschap van de kerk als inspiratiebron voor het gemeenschapsleven zou in de 19 e en 20 ste eeuwse Franse spiritualiteit een uitwerking krijgen in het zogenaamde geheim van Nazareth. Een figuur als Charles de Foucauld zou met zijn aandacht voor het verbor- gen leven van Jezus in het huisgezin van Nazareth, de religieuze gemeenschap terugbrengen tot de proporties van een huisgezin waarin de leden op elkaar gericht waren als Jezus, Maria en Jozef. Nazareth als inspiratiebron opent ook de bronnen van de sociale en psychologische wetenschappen. God is immers mens geworden in tijd en ruimte. Johannes Paulus II putte voor het religieuze gemeenschapsleven niet uit de bronnen van de christologie of de ecclesiologie. Hij boorde in de Apostolische Constitutie uit 1996, Vita Consecrata, opnieuw de bron aan van God als Drie-Eenheid en de implicaties die dit leven

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=