Perspectief 2021-53

2021-53 Het gemeenschappelijk priesterschap verbindt liturgie en dagelijks leven 45 Gij God, Heer van al wat leeft. Uit uw milde hand hebben wij het brood (de beker) ontvan- gen. Aan U dragen wij op de vrucht van de aarde (de wijngaard), het werk van onze handen (cursivering mp). Maak het voor ons tot brood (bron) van eeuwig leven’. In dit gebed wordt erkend dat het ontvangen gaven zijn, die wij aan God teruggeven, hoewel niet exact hetzelfde. We bieden immers geen graan en druiven aan, maar brood en wijn, werk van onze handen. Graan en druiven zijn door mensenhanden bewerkt tot spijs en drank. Het hele menselijke spectrum van werk en arbeid krijgt hier haar volle plaats in het hernieuwde scheppingswerk van God. Dat gebeurt wanneer Jezus Christus opnieuw binnen treedt in de schepping, en deze elementen door de kracht van de Heilige Geest wordt gemaakt tot zijn Lichaam en Bloed, en wordt aangeboden aan God de Vader. Chris- tus geeft zich nog steeds aan God de Vader en door de Eucharistie ook aan ons, zodat wij worden opgenomen in de eeuwige gave van de Zoon aan de Vader, die de Heilige Geest is. In de katholieke liturgie wordt dus niet de tegenstelling tussen Christus en de gelovigen benadrukt, maar hun vereniging d.m.v. het sacrament. Christus geeft zich aan de Vader samen met de gelovigen en hun werk, althans als zij hun geestelijke offergaven in de eu- charistie in gebed aanbieden en verenigen met het offer van Christus. Noch in de visie van Wöhle, noch bij Moehn lijkt er ruimte te zijn voor dit gemeenschappelijke priesterschap van de gelovigen. Het blijft onduidelijk waarom wij, aldus Wöhle, de eucharistische gaven niet zouden mo- gen aanbieden. Dit hangt nauw samen met de stelling van Wöhle dat ‘het Christus zelf is die garant staat in zijn Woord voor zijn presentie in de Eucharistie’. Dit in tegenstelling tot de gewijde ministeriele bedienaar, die daarvoor dus niet garant kan staan. Ook hier komt weer naar voren hoe Christus en de mens tegen elkaar worden uitgespeeld. Ze gaan nooit echt sa- men, ook niet in de gewijde bedienaar. De opmerking dat ‘Christus zelf garant staat’ is een open deur waar geen katholiek het mee oneens zal zijn. Het gaat erom op welke wijze Christus naar ons toe komt, zodat Hij realiter et spiritualiter aanwezig is in de gaven van brood en wijn. Hoe wordt dat Woord van Christus over de gaven uitgesproken? Feitelijk

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=