Perspectief 2021-51

14 Dr. Brian Heffernan Perspectief 10 Schelkens, Willebrands , pp. 435-6; zie ook de typering van Willebrands’ persona: ‘he was a Dutch gentleman’ in Thomas Stransky, ‘Memories of J. Willebrands at Vatican II. An Insider’s Story’, in Denaux en De Mey, Ecume- nical Legacy , pp. 315-327, aldaar p. 327. 11 Schelkens, Willebrands , p. 4 24; Mathijs Lamberigts en Leo Declerck, ‘Johannes Willebrands en Cornelia de Vogel: een dialoog’, in Denaux, Nederlandse jaren , pp. 115-154, aldaar pp. 142, 143. 12 Schelkens, Willebrands , pp. 332-336. 13 Ibid, p. 325. 14 Ibid., p. 181. 15 Leenders, Handelwijzen , p. 1027. 16 ‘Vriendschap’ ; zie ook Willebrands’ uitspraak ‘The most important gift to me is my priesthood’ in 2004: Stransky, ‘Memories’. 17 Schelkens, Willebrands , p. 226. 18 Ibid., p. 35. 19 Karim Schelkens, ‘Zich laven aan een ve rbrande bron. De betekenis van J.H. Newman voor de jonge Wille- brands’, in Denaux, Nederlandse jaren , pp. 29-58, aldaar p. 54; bredere wens: zie bijvoorbeeld de ‘derdewegkloosters’, Marit Monteiro, Gods predikers. Dominicanen in Nederland (1795-2000) (Hilversum: Ver- loren, 2008), pp. 400-401 en Brian Heffernan, Een kleine orde met allure. De augustijnen in Nederland, 1886- 2006 (Hilversum: Verloren, 2015), p. 353. 20 Zie Richard Auwerda, De kromstaf als wapen. Bisschopsbenoemingen in Nederland (Baarn: Arbor, 1988), pp. 228-9; Walter Goddijn, Jan Jacobs en Gérard van Tillo, Tot vrijheid geroepen. Katholieken in Nederland, 1945- 2000 (Baarn: Ten Have, 1999), pp. 276-7, 296, 311; en Ton H.M. van Schaik, Bedankt voor de bloemen. Johannes Paulus II en Nederland (Tielt: Lannoo, 2005), pp. 62- 3, 92; ook Willebrands’ opvolger Simonis was kritisch, zij het op andere gronden: Ton Crijnen, Kardinaal Ad Simonis. Kerkleider in de branding. Een biografie (z.p.: Valkhof Pers, 2014), p. 256. 21 Auwerda, Kromstaf , p. 125; Van Schaik, Bloemen , p. 63. 22 Goddijn, Jacobs en Van Tillo, Vrijheid , p. 283 en Ton H.M. van Schaik, Alfrink. Een biografie (Amsterdam: Anthos, 1997), pp. 497-498. 23 Auwerda, Kromstaf , pp. 139, 144, 228-229; Goddijn, Jacobs en Van Tillo, Vrijheid , pp. 285, 296, 306, 311-313; Van Schaik, Bloemen , p. 92; te drukbezet: dat vond Willebrands zelf ook, Lamberigts en Declerck, ‘De Vogel’, p. 150. 24 Schelkens, Willebrands , p. 347. 25 Ibid., p. 439; Bluyssen, Gebroken wit , p. 532. 26 De rol van Alfrink en Simonis als diocesane bisschop is in Van Schaik, Alfrink , en Crijnen, Simonis begrijpe- lijkerwijs een grotere plaats toegemeten dan die van Willebrands in Schelkens, Willebrands . 27 Het Deetman-rapport benadrukt vooral dat Willebrands weinig tijd had voor het bisdom: Wim Deetman et al., Seksueel misbruik van minderjarigen in de rooms-katholieke kerk. 1: Het onderzoek (Amsterdam: Balans, 2011), pp. 94, 202; in de biografie van Simonis wordt het onderwerp om nu niet nader te noemen redenen uitgebreid behandeld: Crijnen, Simonis , pp. 513-544.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=