Perspectief 2021-51

12 Dr. Brian Heffernan Perspectief uitgeveegd werd over hun beleid. In de marge van deze schrobbering nam Paulus VI Wil- lebrands terzijde en zei dat het allemaal niet voor hem bedoeld was. Dat was nog tot daaraan toe, maar de kardinaal kreeg het verwijt dat hij zijn collega’s vervolge ns niet was bijgesprongen. 21 Ten tweede Willebrands’ afwijzing in 1978 van de aanbeveling van het derde Landelijk Pastoraal Overleg om vrouwen en gehuwde mannen tot het priesterschap toe te laten. 22 En ten derde de synode van 1980. Willebrands realiseerde zich pas laat dat dat in Nederlandse ogen geen werkelijke oefening in synodaliteit was, maar een curiaal middel om de resterende ‘Alfrinkbisschoppen’ murw te slaan. De conclusie is: Willebrands was te veel curiekardinaal, te voorzichtig en te drukbezet om als providentiële verzoener de eenheid tussen de katholieken te hebben kunnen bewerken. 23 Karim nuanceert dit beeld, daarmee overigens in de voetsporen tredend van eerdere Ne- derlandse kerkhistorici, want Willebrands behield toch altijd wel de sympathie, ook van zijn critici. Willebrands was, zo zegt Karim, beter op de hoogte van wat er in Nederland gaande was dan gedacht, hij dekte min of meer de Romeinse flank af die Alfrink onbe- schermd had gelaten, hij wist de status quo ten aanzien van de gehuwde priesterdocenten te handhaven, hij gaf het aartsbisdom een voor velen aanvaardbaar alternatief voor Rolduc in de vorm van het Ariënskonvikt, en hij wist in elk geval één hulpbisschop in de wacht te slepen die op zijn verlanglijstje stond. Dat laat onverlet dat de polarisatie voortwoekerde en dat het tussen de bisschoppen inderdaad ontplofte. 24 Willebrands was van de dialoog; katholiek Nederland, daarentegen, was van de discussie, zo schetst Karim treffend het contrast. Dat op zich is ook een bijstelling van het beeld: misschien lag het wel aan het Nederlandse discussiekatholicisme en niet aan Willebran ds’ dialoogmodel dat het niet goed lukte. ‘Had een ander méér kunnen bereiken?’, vroeg Bluyssen zich in 1995 terecht af. 25 Nu is de polarisatie het allesoverheersende paradigma geworden als het gaat om de post- conciliaire Nederlandse kerk, en dat is misschien niet helemaal juist. Mijn vermoeden is dat voor veel katholieken allerlei andere kwesties net zo belangrijk waren. Als dat klopt, dan dient zich de vraag aan hoe de gelovigen van Utrecht tussen 1975 en 1983 dan hun aartsbisschop hebben beleefd. 26 Allerlei pertinente deelvragen komen daarbij op: welke band had hij als diocesaan bisschop met de verschillende geledingen in zijn bisdom? Hoe handelde hij ten aanzien van ontkerkelijking, of van seksueel misbruik van minderjarigen,

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=