Perspectief 2021-50

52 Drs. Geert van Dartel Perspectief De eenheid van de Kerk, zo betogen Van de Beek en Rikhof in navolging van de kerkvader Cyrillus van Jeruzalem (315-386), is gefundeerd in de eenheid van God. Deze belijdenis van de vroege Kerk is ontleend aan het Sjema, de basisbelijdenis van Israël: ‘Hoor Israël, de HEER is onze God, de HEER is één’ (Deut. 6,4 ). Door de gave van de Geest en in de bediening van het doopsel krijgt de eenheid van de Kerk gestalte. De auteurs wijzen naar de kerkvaders die de Geest, het doopsel en de Kerk als een eenheid beschouwen. In de Westerse Kerk is die eenheid uit elkaar getrokken waardoor er ruimte ontstond tussen de Geest en de Kerk en de geldigheid en effectiviteit van het doopsel onderwerp van kerke- lijke twist werd. De term heilig wordt vandaag meestal moreel ingevuld: Heilig is iemand die goed leeft en die veel voor anderen over heeft, zo is de gangbare gedachte. Maar gaat het daar wel om als we belijden dat de Kerk heilig is? Nee, zeggen Rikhof en Van de Beek, niet om menselijk gedrag gaat het hier, maar om de inwoning van God in de gemeenschap van de Kerk. De Kerk is he ilig om wat de heilige Geest aan de goddeloze bewerkt. “Alleen in de ge meen- schap met God is de Kerk heilig en zijn haar leden heilig als leden van het lichaam van Christus die hen door zijn Geest uit het duister heeft geroepen tot het licht” (pag. 166). Voor de duiding van de katholiciteit van de Kerk wordt opnieuw teruggegrepen op Cyrillus van Jeruzalem. Hij legt de nadruk op het allesomvattende van God en de Kerk en onder- scheidt vijf karakteristieken van katholiciteit: het wereldwijde karakter, de hele geloofsleer, gericht tot alle mensen, allesomvattend in de vergeving van zonden en in de volheid van gaven en deugden. De apostoliciteit van de Kerk houdt in dat de Kerk verbonden is met de apostelen. Het geloof in Christus en zijn evangelie wordt van generatie op generatie overgeleverd. Ambtsdragers worden voorbereid om dit op getrouwe wijze te doen. Alleen de Kerk zelf kan waken over de trouw aan de traditie van de apostelen. Zij kan dit bijvoorbeeld niet uitbesteden aan de overheid. Deze taak is in de Kerk toebedeeld aan bisschoppen en in laatste instantie aan de paus. De auteurs onderschrijven de noodzaak van een laatste ge- zagsinstantie en stellen dat deze taak logischerwijze bij de Bisschop van Rome is komen te liggen. Onfeilbaar, zo stellen zij, is de paus zolang en voor zover hij het apostolisch getuigenis vertegenwoordigt.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=