Perspectief 2021-50

42 Drs. Geert van Dartel Perspectief Het aanzetten van de tegenstelling tussen de God van het Oude en het Nieuwe Testament is verbonden met de naam van Marcion (ca. 140), die onder heidenchristenen een grote invloed had. De Kerk hield echter vast aan de onverbrekelijke band tussen Oude en Nieuwe Testament, tussen de God van Israël en de God van Jezus. Dat kwam tot uitdrukking in de uitbreiding van de geloofsbelijdenis die door dopelingen moest worden uitgesproken. Kon men in de eerste eeuw om gedoopt te worden volstaan met de belijde nis: ‘Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is’, in doopbelijd enissen vanaf de tweede eeuw moest de dopeling ook uitspreken: ‘Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van he- mel en aarde’. Door deze beslissing van de Kerk bleef de christelijke theologie geworteld in het Oude Testament. God de Vader is de bron van alle leven en de gever van het goede. Hij is Schep- per en Heer van de geschiedenis. Tegelijkertijd werden daarmee alle vragen binnengehaald waarmee al de oude profeten van Israël worstelden en waarmee vandaag veel mensen, zij het in een heel andere context, zich vaak geen raad weten. Want hoe kan het, dat als God alles bestuurt en Hij almachtig is, het kwaad in de wereld zo oppermachtig is. Waarom gaat het de vromen vaak slecht en degenen die onrecht plegen zo goed? Van de Beek en Rikhof onderkennen de spanning in de belijdenis van God als almachtige Vader en Schepper gaan in op een aantal prangende vragen: is het lijden de wil van God? Wat zegt de heilige Schrift daarover in de Psalmen en in het boek Job? Hoe staat het met het morele kwaad en het natuurlijke kwaad? Is er een kwaad dat absoluut niet te plaatsen is? Zal er sprake zijn van een rechtvaardige vergelding voor geleden onrecht of heeft ook die vergelding zijn grenzen? De vragen worden niet uitputtend behandeld en dat kan ook niet. Ze zullen ons blijven achtervolgen zolang we leven. Evenmin komen we met deze vragen dichter bij het ant- woord op de vraag waarom het juist en belangrijk blijft om Gods almacht te belijden. Daarvoor is een perspectiefwisseling nodig, die we op eigen kracht niet kunnen voltrekken, maar waarvan verhalen in de Schrift zoals over Job en over de blindgeborene (Joh. 9,3) getuigen. Het gaat erom dat In de volharding en in de genezing Gods macht zichtbaar

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=