Perspectief 2021-50

2020-50 Gesprek over de inleidingen 37 wij. Ik ben eens een keer bij de Protestantenbond geweest, dat is een heel liberale club zo aan de rand van kerkelijk/niet-kerkelijk. Die vroegen mij met Kerst te komen om een ver- haal over Jezus te houden. Ik heb ze uitgelegd wat dat betekent. Er is een lied uit Afrika dat eindigt met ‘Hier neffens mij, hier neffens mij, hier neffens mij zit God.’ Dat betekent: die Khoi zit daar onder zijn boom, op een bankje, het uitschot van het uitschot, waar zelfs de zwarten in Zuid-Afrika niet naar omkijken: Hier naast mij zit God. Dat is wat we op Kerst vieren. En je mag de Khoi ook vervangen door de gevangene, in de gevangenis in Vught. Hier zit God. Hij zit, inderdaad. Hij wordt nog ter dood veroordeeld ook. Als we dat verhaal aan de wereld kunnen vertellen, als we uit kunnen leven wat het betekent dat hier naast mij God zit, naast mij met alles wat ik ben. Daar is eigenlijk ons boek voor bedoeld. Mgr. Gerard de Korte: De vraag van dr. Bouter is wel een heel wezenlijke. Hoe verhoudt zich dat een derde van de wereldbevolking gedoopt is, maar twee derde niet? Hoe heeft die drie-ene God met die twee derde van de wereldbevolking te maken? Toegespitst op dat vreselijke beeld van dat ondervoede meisje in Jemen, die in een islamitische omgeving leeft en nooit van de drie-ene God gehoord heeft bij wijze van spreken. Die vraag vind ik een reële vraag. Je kunt je de vraag stellen: moet dat in een boek over de geloofsbelijdenis behandeld worden? De conclusie die dr. Bouter trekt deel ik niet, maar de vraag die hij stelt is wel heel relevant. Bram van de Beek: De vraag is niet of wij moeten bepalen of dat meisje een plaats in de hemel krijgt, maar de vraag is veeleer: Ben jij inderdaad naaste geweest voor dit meisje? Wat Noordmans zegt over de arme Lazarus, hij is gedoopt, hij gelooft met zijn zweren. Dat betekent: Ben jij deze gelovige als broeder of zuster tegemoet getreden? En als er dan brood overblijft van het Avondmaal, laat dan deze overvloed maar naar dit meisje gaan dat ondervoed is. Bij de vraag naar de andere godsdiensten speelt op de achtergrond vaak mee dat wij het Laatste Oordeel moeten gaan uitspreken. Ik heb nooit gehoord dat wij dat moeten doen, zelfs de Kerk niet. In de Kerk wordt geoordeeld over de andere mensen die niet leven als christen, maar dat is niet het Laatste Oordeel van God. In de Kerk worden mensen tot de orde geroepen die niet leven dit leven van deze God, die mens is geworden. Het oordeel is niet over dit meisje, maar het oordeel is altijd een oordeel over ons.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=